[caption id="attachment_98756" align="aligncenter" width="600"] Van links naar rechts: Rick Owens, Preen, Valentino, Rodarte, H&M[/caption]
There has been an awakening, have you felt it?
Met deze woorden werd enkele maanden geleden de nakende release van een kersverse Star Wars film aangekondigd, maar in deze termen zou je even goed de sfeer op de modeweken kunnen beschrijven. Zelden voelde mode zo buitenaards aan als de voorbije seizoenen. Sinds de zusjes Rodarte in 2014 hun creaties versierden met beelden van de wereldberoemde filmreeks, slaan space age invloeden als meteorieten in bij het modeminnende publiek. Het Britse label Preen bombardeerde Darth Vader vorig jaar tot stijlicoon, H&M stuntte in januari door het Parijse Grand Palais om te toveren tot maanlandschap en Dior liet haar modellen enkele maanden later uit de futuristische bubbels van Pierre Cardins Palais Bulles in Cannes tevoorschijn kruipen. Valentino bracht voor de herfst van 2015 dan weer gewaden vol sterrenstof die zo uit de dressing van Padma Amidala leken geplukt, Rick Owens ging voor alienwit geschilderde modellen en labels als Anthony Vaccarello en Emilio Pucci namen, bewust of niet, elk met hun eigen interpretatie van een sexy ruimtevaarder, deel aan de intergalactische fun. Katie Grand, de invloedrijke styliste die eerder outsiders als Kim Kardashian en Kendall Jenner op de kaart zette, ging deze zomer voor een échte extra-terrestial en plaatste de robot C-3PO op de cover van haar cultmagazine Love. Diezelfde 3-CPO mocht eerder dit jaar ook zijn “ding” doen met komiek Amy Schumer voor GQ Magazine. In hun kielzog volgen ook de high street ketens en kleinere labels, het weze duidelijk: metallic is the new black, maar waarom eigenlijk?
“Je moet mode als een spiegel van de tijdsgeest zien, een product van grotere tendensen in onze maatschappij,” zegt bekende trendvoorspeller Lidewij Edelkoort. “Kijk maar naar de emancipatie van de vrouw, die tot de verwerping van het korset en de introductie van de minirok heeft geleid. Of naar de oorlogsmode, de stoffenrantsoenering en de new look die daaruit voortvloeide. Het is sterker dan onszelf, we kunnen het niet laten ons te uiten.” Waarom zitten we tegenwoordig dan met ons hoofd tussen de sterren? Omdat het beneden op aarde gewoon niet meer leefbaar is. “De werkelijkheid is momenteel weinig rooskleurig: de economische crisis sleept al jaren aan, de terroristische dreiging is reëel, er breken epidemieën en natuurrampen uit en er zijn conflicten gaande op verschillende fronten. Goed voor een groot gevoel van onbehagen, dat eigenlijk dé grote trend van deze tijd is. Culturele producten zoals de mode-industrie reageren daarop in verschillende microtrends. Eén daarvan is zelfverdediging: we wapenen ons tegen een steeds harder wordende omgeving. Waar denk je dat de knitwear rage vandaan komt, die drang om ons helemaal in zachte, beschermende wol in te pakken? Een andere optie is escapisme: we ontvluchten de realiteit in een betere (droom)wereld.” Hoe slechter het nieuwsbulletin klinkt, hoe vrolijker en fantasierijker het er in de winkelrekken inderdaad aan toe gaat. Designers pakken uit met een parade van euforie: glitters, neon, sprookjes, grappen en grollen op de catwalk -alsof we plots in een collectieve trip zijn beland. Jeremy Scott vuurde vorig seizoen een horde Barbie’s op ons af -het toppunt van slechte smaak én een schandalig staaltje wereldvreemdheid in deze duistere tijden. Althans, zo werd hij door critici neergesabeld. “Nonsens,” liet de designer zelf optekenen in een interview met Vogue.com. “Niets dan slecht nieuws om ons heen. Precies daarom probeer ik van mijn shows een toevluchtsoord te maken. Wereldvreemd? Ik ben meer dan ooit verbonden met de buitenwereld, en wel omdat ik er een uitvlucht voor biedt! Vergelijk het met de filmindustrie, die is pas echt gegroeid tijdens de Grote Depressie: mensen moesten even hun gedachten kunnen verzetten om te overleven.”
Escapisme, een woord dat in het licht van de huidige vluchtelingencrisis pijnlijk actueel is. Miljoenen mensen zijn op de vlucht, maar vinden in het beloofde land weinig meer dan ellenlange wachtrijen, chaos en onmacht. Evenveel anderen maken zich zorgen over de massale toestroom van vluchtelingen: is er straks wel plaats voor iedereen? Het gevoel dat we stilaan uit de voegen van onze eigen planeet barsten, is alomtegenwoordig. Plots lijkt de suggestie om collectief naar de maan te lopen zo slecht nog niet. Noch onrealistisch: waar sprookjes bij fantasierijke vertelsels blijven, is de verkenning van de ruimte wel degelijk echt. Bij dit schrijven vindt in Hawaï trouwens een ambitieus NASA experiment plaats: zes wetenschappers lieten zich voor een jaar lang opsluiten onder een gigantische koepel, die de leefomstandigheden op Mars nabootst. Het doel van dit Hawaii Space Exploration Analog and Simulation experiment? Uitzoeken of het aangenaam/mogelijk leven is op de planeet. Misschien blijkt het zelfs minder ellendig je dagen onder een koepel te slijten, dan in een overbevolkt vluchtelingenkamp? Op het grote scherm gebeurt dit najaar trouwens precies hetzelfde: in The Martian probeert Matt Damon moederziel alleen te overleven in een ruimtebasis –waar hij eveneens een moestuin vol groenten en fruit van Moeder Aarde in fleurige vorm moet houden. Onkruid wieden op de maan? Misschien lijkt het binnen enkele decennia helemaal zo absurd niet! Twee jaar geleden liet Matthew McConaughey zich in Interstellar ook al de fictieve ruimte in katapulteren met als doel mogelijk te koloniseren planeten te ontdekken. Kortom: hoe grimmiger het hier op aarde wordt, hoe meer het grote publiek zich voor de zoektocht naar het grote Plan B gaat interesseren.
Nooit eerder was de ruimtevaart zo populair, of toch: tijdens de Koude Oorlog -toen de nucleaire dreiging zo groot was, dat sommigen twijfelden of ze ‘s morgens nog wakker zouden worden in eenzelfde, hele wereld- waren alle ogen ook op de sterren gericht. Terwijl de Verenigde Staten en de Sovjet Unie hun race naar de maan hielden en elkaar om de oren sloegen met Sputniks en Apolo’s, werd het grote publiek getrakteerd op Barbarella, 2001: A Space Oddyssea, The Jetsons en later Star Wars. Ook de modewereld bleef niet achter: Barbarella werd een stijlicoon en huizen als Courrèges, Paco Rabanne en Pierre Cardin lieten zich rijkelijk door sterrenstof inspireren. Zelfs James Bond vloog in 1979 in Moonraker naar de maan, toen bleken een knalgele jumpsuit en een paar Converse sneakers voldoende om te overleven buiten onze atmosfeer.
Allen naar de ruimte dus, maar wat draag je vandaag de dag tijdens extraplanetaire uitjes? Weinig nieuws onder de intergalactische zon, zo blijkt. De huidige generatie topdesigners, opgegroeid in de jaren zeventig en tachtig, grijpt massaal terug naar de helden uit haar jeugd. “Die films staan voor een wereld waarin àlles mogelijk was,” klinkt het nostalgisch bij het designduo achter Rodarte. En precies dat idee maakt het universum van Stars Wars in het bijzonder zo aantrekkelijk. “We vluchten in een andere wereld, maar ook in nieuwe rolletjes,” legt Edelkoort uit. “Of je nu een krijger, een prinses, een marsmannetje, een robot of een monster wil zijn: alles kan en alles mag.” De reeks vormt met haar grote verzameling verschillende planeten en personages dan ook het ideale toevluchtsoord voor hedendaagse designers en hun publiek. En dat terwijl de originele filmgarderobe zelf gebaseerd was op modetalenten die dertig jaar geleden als baanbrekend en avant-garde werden beschouwd. Waar de eerste trilogie de mosterd bij de oude Samurai cultuur, maar ook bij Japanse designers als Yohi Yamamoto, Rei Kawabuko en Issey Miyake ging halen, werd er voor de daaropvolgende prequels voor een meer minimalistisch sausje geopteerd: ontwerpers als Jill Sander en de Antwerpse Zes boden toen inspiratie voor de iconische looks van Obi-Wan Kenobi, prinses Leia en co. Benieuwd welke designer straks ook zijn collecties met een vleugje force pepert, en wat de nieuwe film, verwacht voor december 2015, stijlgewijs in petto heeft. Hoe dan ook: de mode van morgen staat in de sterren geschreven, want slecht nieuws blijft het regenen... Of, zoals een geniale poëet het ooit verwoordde: "We are all in the gutter, but some of us are looking at the stars!"