“Je moet er heel wat treden voor verwerken, maar het leek ons gewoon logisch om ons op een zolder te vestigen.” Aline Walther en Robert Cerimagic ontvangen mij, lichtjes buiten adem, in hun hoofdkwartier op de bovenste verdieping van een Antwerps herenhuis. Ze kijken al lang niet meer op van hijgende, rood aangelopen klanten, die nog eens extra naar adem moeten happen wanneer ze de indrukwekkende collectie archiefstukken van het duo ontdekken. Welkom bij de vintage hunters!
De inhoud van deze zolder contrasteert fel met de muffe inboedel die je in de gemiddelde vliering aantreft. Aline en Robert installeerden er een klein jaar geleden de rekken van Vintage Print Hunters, een archief met interessante creaties en zinderende prints uit lange en minder lang vervlogen tijden, bedoeld om hedendaagse designers te inspireren. Een oude badjas, een stuk behangpapier of een retro pyjamabroek: ze vormen de bouwsteentjes van moderne sweaters, jurken en zelfs schoenen. De twee hebben jarenlange ervaring in de modewereld, respectievelijk als designer en stylist, en stellen hun kennis en advies nu ten dienste van labels als Essentiel, Bellerose en Lee. Ze zijn daarmee de eerste in hun soort in het Belgische modelandschap. Genoeg redenen om ze op de rooster te leggen:
Wat bieden jullie hier precies aan?
Je zou wat we doen kunnen omschrijven als ‘Sourcing Services for Inspirational Uses’, maar vintage hunter klinkt natuurlijk ook heel cool. Mode is eigenlijk een constante herhaling van trends en looks. Er vallen dan ook heel wat ideeën te rapen in het verleden, maar het is niet altijd gemakkelijk die te filteren uit het gigantische aanbod. Wij bieden onze neus aan, onze radar voor wat opnieuw gebruikt kan worden. Veel mensen, ook designers, weten niet waar te kijken wanneer ze een chaotische tweedehandswinkel binnenstappen, wij maken die scan voor hen. We geven tips en input over hoe je een stuk kan vertalen naar een moderne creatie of trend. Dat vergt een goede dosis gevoel, soms kopen we een jurk met mooie grafische print, maar wiens kleuren oerlelijk zijn. Je moet voorbij dat lelijke kunnen kijken, de mogelijkheden ervan inzien. Designers kunnen de stukken hier kopen en doen er later in hun atelier mee wat ze willen, ze hoeven natuurlijk geen rekening te houden met ons advies.
Waarom zijn jullie hiermee begonnen?
We zijn beiden shopaholics en vintage freaks. Roddelmarkten, muffe tweedehandswinkeltjes, fabrieksverkopen, privé stukken,…: we snuffelen graag rond! Vroeger kwamen we veel op stoffenbeurzen voor onze werkgevers. Voor latere jobs lag de nadruk minder op motieven en moesten we waanzinnige prints tot onze spijt links laten liggen.We hebben dus besloten ons eigen archief aan te leggen met stukken die nooit de selectie haalden. Zie dit als een uitlaatklep voor al de ongebruikte schoonheid die we door de jaren heen opstapelden.
In het buitenland, vooral in het Verenigd Koninkrijk, bestaan er veel van dit soort bedrijven, wij zijn de allereersten in eigen land. Voorlopig werken we vooral met Belgische labels, maar het is op termijn wel de bedoeling om internationaal te werken.
Aan welke criteria moet een kledingstuk voldoen om het archief te halen?
Het moet niet eens een kledingstuk zijn! Het archief is gigantisch, wat hier staat uitgestald, is slechts het topje van de ijsberg. Alles wat onze fantasie prikkelt, mag erin. Zo hebben we naast kleren ook veel tafelkleedjes, losse stukken stof, behangpapier, boeken en posters. We hebben een zwak voor prints, dus daar zijn er heel wat van. We moeten toegeven dat we soms echt rommel verzamelen, maar je weet nooit wat je er later mee kan doen. Iets hoeft ook niet per se mooi te zijn, onderschat de kracht van slechte smaak niet! We kunnen hier een paar gedrochten bovenhalen die ongelooflijk veel potentieel hebben. Zo hangt hier een vreselijk pyjamahemd dat, mits een kortere snit en aaibaarder stof best wel een leuke sweater zou kunnen worden. Of een denim jasje. Het doet me denken aan een reeks jassen die Marc Jacobs ooit maakte.
We houden bij het shoppen ook geen rekening met trends, wel met de mogelijkheid om iets naar een trend te vertalen. Zo zijn de nineties momenteel erg populair, maar het is heus niet zo dat we hier enkel slip dresses en chokers opstapelen. Een fifties jurkje of zeventien handtas kan net zo goed dienen als basis van een “moderne nineties” look. Labels doen er eveneens niet toe, we hebben wel enkele creaties van Valentino, Lanvin of Saint Laurent, maar het is niet de bedoeling een high-end archief aan te leggen, daar bestaan er al genoeg van. Alles draait hier om inspiratie en potentieel, om het vinden van die ene, ruwe diamant.
Retro is momenteel erg hip, wat is het verschil tussen de manier waarop het vandaag de dag en “in haar tijd” gedragen werd?
We leven in een tijdperk van zelfinterpretatie, mensen willen hun eigen stijl en persoonlijkheid zelf creëren, laten zien wie ze zijn. Die mentaliteit was in het verleden erg fel aanwezig in bijvoorbeeld de jaren zeventig. Verschil is wel dat we de looks van toen niet zomaar klakkeloos overnemen, dat zou niet uniek meer zijn. We gaan dus minder voor een total look, maar combineren bijvoorbeeld een seventies jurk met moderne laarzen en handtas. Of met een paar hippe sneakers, een mannenmantel of een dikke bomber jas. Hoe meer clash, hoe boeiender en unieker het wordt.
Waar vinden jullie al dat moois?
Overal eigenlijk! We kopen online, doorzoeken grote en kleine rommelmarkten, tweedehandswinkels en speciale verkopen. Ook in het buitenland scoren we heel veel, recent bijvoorbeeld nog een reeks kimono’s uit Japan. Als we op reis gaan, beginnen we altijd eerst met de lokale vintage zaken op te sporen. We hebben stukken uit Sicilië, hippie jurken uit Californië, jasjes uit Berlijn,…; er zit eigenlijk geen lijn in. In het algemeen kan je in de grote Europese steden altijd wel goede vintage vinden, al heeft elk land zijn typische eigenschappen. Groot-Brittannië heeft er heel veel, de Verenigde Staten ook. Duitsland vormt meer een uitdaging, vinden we persoonlijk, en dan nog is er een verschil tussen de diverse steden. Zo vinden we Berlijn het meeste potentieel hebben, gevolgd door München. Robert is afkomstig uit Kroatië, maar daar is de vintage eerder folkloristisch en dat interesseert ons minder.
Soms gaat het om dure spullen, soms om spotgoedkope. Af en toe vinden we ook iets bij particulieren, meestal gaat dat via via. Zo vond ik onlangs een paar goede jurken op zolder bij de oma van een vriend, een oudere dame uit Oostende die duidelijk een paar schatten in haar bezit had. Het is in dit vak wel belangrijk je bronnen goed voor jezelf te bewaren, je wil natuurlijk niet dat iemand anders je voor is als het op dat ene topstuk aankomt…
Krijg je veel met competitie te maken?
Oude kleren zijn natuurlijk geen hernieuwbaar product, dus in die zin komt het er wel op aan als eerste een stuk te scoren. Tegelijk zijn we niet op zoek naar items van grote labels en waarde of uit één bepaalde periode, we gaan van de jaren twintig tot negentig. Daardoor kan je zeggen dat we met minder harde competitie dan andere vintage hunters te maken krijgen. Stukken van begin vorige eeuw zijn echt antiek geworden, steeds moeilijker te vinden en aan een goede prijs te krijgen. Binnen die branche is de concurrentie wel moordend.
Waarop moet je letten als je vintage koopt?
Er zijn verschillende manieren om namaak te ontmaskeren. Er zijn stoffen en materialen die typerend zijn voor elke periode. Zo werden ritsen in de jaren vijftig nog uit metaal vervaardigd, dus je weet al hoe laat het is bij een plastieken exemplaar. Je kan het ook spotten aan het gewicht van een kledingstuk, de samenstelling van de stof, zomen die al dan niet met de hand genaaid zijn, enzovoort.
Vintage kopen is ook wel strategischer dan je denkt. Prijzen zijn niet vast en variëren enorm. Wij hebben al geleerd dat je best niet met een peperdure it-bag om de arm naar de rommelmarkt trekt, dan krijg je gegarandeerd het dubbele van de normale vraagprijs voorgeschoteld. Ze zetten echt een prijs op je hoofd, dus je ziet er maar beter zo stoffig mogelijk uit! Ook is het best niet meteen je interesse voor één bepaald stuk te tonen, kwestie van niet te moeten opbieden tegen andere klanten. Onderhandelen en afdingen maken sowieso deel uit van het hele spel.
Hoe moet je omgaan met de stukken die je koopt?
Het is ongelooflijk hoe slecht de meeste kleren bewaard zijn. Onlangs vond ik bij de grootmoeder van een vriendin een doos vol prachtige bontjassen in de garage, die jammer genoeg volledig vernield waren door vocht en ongedierte. Het is zo’n zonde dat er zoveel mooie dingen verdwijnen omdat mensen ze niet goed archiveren of niet beter weten. Je vindt ze, slaakt een vreugdekreet, haalt ze uit hun doos en ziet ze voor je neus in stukjes vallen…
Wij begaan ook wel eens stommiteiten. Ooit was er een prachtige luipaardjes uit de jaren vijftig, volledig opgetrokken uit echt leer, die we uit angst voor motten in de freezer hadden gestoken. Die moest daar een kleine zes uur blijven, maar we zijn hem vergeten en twee (!) dagen later zo stijf als een bord karton weer uit de ijskast gehaald. Heel stom natuurlijk en geloof ons, dit zal geen twee keer gebeuren.
De kleren krijgen in het algemeen een grondige reiniging voor ze in het archief gaan. We verluchten hier ook zo veel mogelijk, spuiten lavendel tegen motten en leggen wol, zijde en kasjmier preventief in de freezer om de beestjes te doden. Sandalwood en basilicum zijn naar het schijnt ook zeer goed tegen motten. Wat we niet doen, is restauratie: kapotte details maken deel uit van het verhaal van een stuk, het doel is ook niet om het te dragen, wel om inspiratie te geven.
Wie zijn jullie mode-iconen eigenlijk?
We hebben er zo veel. Aline zegt geen neen tegen stukken van Biba en Vivienne Westwood, of de kleren van Kate Bush, Stevie Nicks of Debbie Harris. Robert is een grote fan van popcultuur en dan vooral de jaren zeventig, denk maar aan David Bowie en designer Ossie Clark. Verder archiveerde hij enkele jaren geleden de podiumkostuums van Bobbejaan Schoepen, waarvan veel van de hand van de Amerikaanse ontwerper Nudie Cohn, voor een tentoonstelling in het Antwerpse Modemuseum. Het moet een fantastisch leuke job zijn om de kostuums van sterren als Bowie, Cher of The Rolling Stones bij te houden. We weten dat die laatsten dat ook effectief laten doen!
Wat zijn de leukste ervaringen in jullie job?
Het jagen! We gaan zeker één keer per week winkelen en dat is altijd interessant. Je raakt snel onder de indruk van de schoonheid van vintage. Aline bezocht vorige winter en boetiek in Kyoto die gespecialiseerd was in vintage indigo patchwork -voor tassen, kimono’s, huisraad, enzovoort. Elk stuk was uniek door zijn specifieke slijtage en aanpassingen, door de persoon die het destijds had aangepast en verbetert met het idee het opnieuw te gebruiken. Echt prachtig, alles had een ziel en je voelde dat, wat best wel wat emoties losmaakt. Bovendien staat het tegelijk ook voor duurzaamheid.
En de slechtste?
Soms ben je gewoon niet in de mood en dan mis je de juiste vibe om schatten te vinden. Dan vind je het allemaal ook maar een vieze hoop rommel. Mispak je immers niet aan dat laatste: vintage kan echt vuil zijn. Ooit kochten we bij een oude man in een fabriek en alles was daar gewoon afschuwwekkend. Na een tijdje kregen we spontaan jeuk en wilden we maar één ding: naar huis keren en een douche nemen! Maar zelfs dan… er is zoveel magie aan verbonden, plots hangt er weer iets elektrisch in de lucht en ga je zweven. Je weet dan dat het allemaal weer goed komt en je straks een schat rijker bent. Een sugar rush eigenlijk, maar dan met vintage kleren!