Een ontmoeting met Jean-Paul Lespagnard krijg je niet zomaar voor elkaar. We zijn dan wel zijn atelier binnen geraakt, de ontwerper zelf is voorlopig niet te bespeuren. Nochtans doorliepen we alle obligate tussenpersonen: we passeerden reeds tuinkabouter, wuivende glitterkat, Mona Lisa/telefoniste en extreem vriendelijke assistente -mét kopjes thee en koffiekoeken. De grote baas zelf blijkt echter in Parijs –of eerder: op de terugweg ervan- te zijn. Niet erg, voorlopig geven we onze ogen en maag de kost.
De voorste troepen lieten het al vermoeden, het hoofdkwartier bevestigt: hier ligt een bom aan creativiteit gelegerd. Bibliotheek, antiekzaak, cafetaria, museum of het hol van een fanatieke hamsteraar: waar te beginnen om dit bijzondere atelier te beschrijven? Gelukkig biedt Lespagnard zelf hulp eens hij –in een wolk van duffle coat – zijn atelier binnenstormt.
Bonjour, par ou commencer?!?! (Beeld: Sandra Declerq)
Met een korte introductie misschien? Sinds Jean Paul Lespagnard in 2011 met een eigen label op de modetrein stapte, verloopt alles in stroomversnelling voor de Luikse ontwerper. Suzy Menkes, één van de meest gerespecteerde stemmen in de business, prijsde in 2012 zijn talent en zette hem daarmee internationaal op de kaart. Sindsdien zijn zijn shows in Parijs ware publiekstrekkers en mag hij zich één van de meest bekeken ambassadeurs van Belgische mode noemen. De slimme silhouetten, maar ook ongebreidelde fantasie van zijn collecties maken hem geliefd in binnen- en buitenland. Kortom: one to watch!
Het atelier is ondergebracht in een oude spiegelfabriek en heeft haar huidige staat te danken aan het collectief B Architect, dezelfde groep die in de tijd de winkels van Walter Van Beirendonck aankleedde. Lespagnards werkruimte was één van hun eerste projecten en weerspiegelt volgens de ontwerper heel goed het DNA van het collectief: “Ze werken vooral met basismaterialen zoals ruw staal, beton en naakte bakstenen. Ook bepaalde meubels werden door hen geleverd, de ruwe materie blijkt zeer handig om op te werken.”