Ik was nochtans vroeg opgestaan. Gehaast trok ik een jurk aan, draaide mijn haren in een knot, deed wat mascara op en grabbelde gauw mijn nieuw paar oorbellen mee. Aangekomen bij de Godefriduskaai vond ik niet meteen plek om te parkeren. Shit, was ik al zo laat? Normaal zou híj dat toch doen?
Als bij wonder spotte ik een plekje om mijn Ford in te knellen. En terwijl ik nog net op tijd voor de trouwceremonie de gasten op mijn meest elegante drafje probeerde te vervoegen, kletterde er één oorbel op de grond. Dat ging natuurlijk niet zacht en onopgemerkt. Neen, met de akoestiek van het Felixpakhuis leek het wel alsof er een blok beton tegen de grond ging. “Oeps”, grinnikte ik, terwijl ik stukjes kapotte oorbel van de grond griste. Instinctmatig knipte ik ook de andere los, want zeg nu zelf: een eenzame oorbel die aan één oorlel bengelt, dat is toch geen zicht? Ik betrapte mezelf er die ochtend weer op: waarom reken ik nog steeds op zijn aanwezigheid?
Niet elke soulmate is voor het leven. Wat als we na de strubbelingen niet naar onze grote liefde kunnen of willen terugkeren? En meer nog: wat daarna?
Breken met je ware liefde
Het is inmiddels een jaar geleden dat we uit elkaar gingen. Dat ik er na vier jaar een punt achter zette. Waarom kan ik niet precies zeggen. Dat hij te veel van me verwachtte, dat zeker. Dat ik al die liefde niet kon geven. Dat ik eigenlijk niet klaar was voor al die grootsheid, dat het verstikkend was geworden, dat ik niet meer kon ademen. Zoiets? Het is moeilijk om na al die tijd de uiteindelijke reden van een breuk te benoemen. Dat vindt ook Julie: “Ik ging zowel op het werk als familiaal door een moeilijke periode en was onrustig geworden,” legt ze uit, “bang voor de droomwereld waarin hij en ik leefden. Toen ik op een dag thuiskwam en hem in de zetel zag liggen, sloeg de twijfel even plots als genadeloos toe.”
Hun trouwfeest stelde ze uit, kort nadien gaf ze haar verlovingsring terug. Elf jaar had hun relatie geduurd. Ook Joke weet niet precies wanneer de eerste barsten verschenen. Maar het breekpunt was ongetwijfeld het huis dat ze hadden gekocht: “De renovatie had alles overgenomen, hij en ik hadden het alleen nog over tinten verf, elektriciteitsaansluitingen, waar we welke dozen hadden gelegd. Een project dat ons dichter bijeen moest brengen, dreef ons finaal uit elkaar.”
Na onze respectievelijk elf, zeven en vier jaar durende relaties, bevinden Julie, Joke en ik ons als prille dertigers in een vergelijkbare situatie. De mannen die we achter ons laten, waren namelijk niet zomaar mannen. Neen, het waren onze kreeften. Voor wie nu de wenkbrauwen fronst: “Lobsters”, zo verheldert Phoebe in het tweede seizoen van Friends, “fall in love and mate for life.” Over Ross en Rachel kreeg ze uiteindelijk gelijk. Maar niet elke soulmate is voor het leven. Stilaan buigen mijn vriendinnen en ik ons over de vraag: wat als wij na de strubbelingen niet naar onze kreeft, of grote liefde, kunnen of willen terugkeren? En meer nog: wat daarna?
Van soloreizen tot marathons
Die vraag vullen we elk op onze eigen manier in. Julie kocht haar vriend uit en richtte hun loft opnieuw in, verfde de muren in frisse kleuren en kweekte groene vingers – ze glundert over haar ‘urban jungle’. Ze deed een closet cleanse, voltooide een opleiding interieurdesign, volgt sinds kort een cursus kunstgeschiedenis en gaat geregeld op citytrip, alleen. “Dat was aanvankelijk een beetje wennen,” geeft ze toe, “maar het laat je toe om veel gerichter te reizen.” Zo trok ze onlangs naar Madrid met als enige doel Picasso’s Guernica in het Museo Reina Sofia te bewonderen. “Ik besefte na de breuk dat ik op veel vlakken onderontwikkeld was geworden.”
Die vaststelling geldt ook voor mij. Zo maak ik nu meer tijd voor mijn schrijfwerk, ga ik vaker naar de yoga, schenk ik waardevolle vriendschappen meer aandacht en sta ik versteld van de energie die vrijkomt doordat ik me onverkort op mezelf kan storten. Want hoe je het ook draait of keert, de aanwezigheid van een intense liefde eist veel op: energie, ruimte, tijd.
Al dan niet bewust maak je opofferingen, en dat is maar goed ook, want wat is de liefde anders? Het betekent echter wel dat je na een breuk die delen van jezelf die met de jaren naar de achtergrond verschoven, vanonder het stof kunt halen. Om jezelf weer te leren kennen. Hoe zit het bijvoorbeeld met je bucketlist? Zo zette ik tijdens mijn relatie het plan voor een soloreis naar New York tussen haken. Een van de eerste dingen die ik deed na de breuk was een ticket boeken, en ik begrijp nog steeds niet waarom ik dat niet eerder deed.
Ook Joke loopt over van de nieuwe projecten. Meer dan ooit krijgt ze te horen dat ze straalt. Logisch: wat is er aantrekkelijker dan een vrouw die in haar eigen kracht staat? Ze huurt een gezellig appartementje waar geen mannen welkom zijn (“die smet wil ik momenteel vermijden, het is echt mijn safe haven”), richtte haar eigen praktijk op, trok door de Himalaya en trainde na de breuk vol overgave voor de marathon, die ze met glans uitliep.
Net als Julie en ik vond ze het belangrijk iets voor zichzelf te doen. “Dat bood houvast nadat alle vaste grond onder mijn voeten was verdwenen”, legt ze uit. “De breuk had veel van me afgenomen, en dit was een manier om mezelf iets terug te schenken.” Ook ik koop sinds enige tijd elke week verse rozen bij een Syrische bloemenwinkel verderop in de straat. “Cadeautje?”, vraagt Malik dan. “Ja,” knik ik, “voor mezelf.”
Bouwen, trouwen & baby’s brouwen
Het is een beetje als met de buideltastrend. In het begin was ik sceptisch: ik wilde mijn collectie handtassen niet overboord gooien, en associeerde dat soort tasjes met grijzende vijftigers die met de breiclub gaan hiken op Corsica. Maar bovenal vond ik het gewoon lastig: wat moest ik met mijn vrijgekomen handen, die plots doelloos langs mijn flanken hingen? Dat lompe gevoel heb je ook als je weer alleen bent, na jarenlang hand in hand lopen … Gelukkig gaat die onwennigheid snel voorbij: inmiddels voel ik me, zonder handtas of man, niet alleen stijlvol, ik ondervind ook hoe handig het is om niets meer mee te zeulen: ik kan in één klap bellen én mijn fiets op slot doen, ik kan twee glazen wijn tegelijk vasthouden (ja, dat is soms nodig), of tijdens een wandeling een volstrekt willekeurige radslag maken, just because I feel like it.
Natuurlijk zijn er andere momenten. Momenten waarop ik mijn fiets op slot doe en helemaal niet hoef te bellen. Momenten waarop ik het mis om mijn Spa, sjaal en God weet wat nog allemaal in die heerlijk grote handtas te smijten. In minder metaforische taal: soms mis ik het dat hij, zonder enige aanleiding, bloemen bij me laat leveren. Julie mist de knuffels bij het slapengaan. En Joke wordt knettergek wanneer haar nieuwe wasmachine haar kleren weer eens aan flarden draait. Soms verlangen we terug naar de kleine gebaren, de lijfelijke warmte, de uitstekende wasmachine die we samen kochten en die onze favoriete blouse onbeschadigd liet…
Onze omgeving wakkert dat gevoel bij tijden aan. Zo zaten we onlangs iets te drinken op de Vrijdagmarkt. Bij het derde of vierde glas wijn (who’s counting?), kreeg Joke een WhatsAppje van een vriendin. Een foto met een glinsterende ring aan de vinger – “Verloofd!” De tranen kwamen vrijwel onmiddellijk, van vreugde, maar ook van verdriet. Joke: “Dat betekent niet dat ik niet gelukkig ben voor de ander, maar op zulke momenten wordt de rauwe wonde wel weer ontbloot’. Julie knikt. Toen zij en Joke laatst met vijf andere (niet-single) vriendinnen naar Mallorca gingen, deelde een van hen tijdens een diner het heuglijke nieuws zwanger te zijn. “Ik was oprecht blij voor haar”, vertelt ze, “maar zonderde me kort erna even af met een krop in de keel. Het zijn momenten waarop je je afvraagt waarom het bij jou niet gelukt is, of je jezelf misschien dwarsligt.”
Zo ontkomen we nooit helemaal aan de bouwende, trouwende en babymakende peer pressure. Nadat mijn gynaecoloog me recent informeerde dat mijn eitjesaantal aan de lage kant ligt en onomwonden polste naar mijn kinderwens, kon ik enkele nachten niet goed slapen. En dat terwijl ik niet eens weet of ik kinderen wil.
Is het mogelijk contact te houden én tegelijkertijd los te laten? Hou je hem in je leven omdat je stiekem niet écht durft te springen? Of is dat gewoon het lot van de kreeften?
Over oude en nieuwe mandaten
Het is echt niet eenvoudig om op je dertigste je grote liefde los te laten. De vraag is zelfs in welke mate we dat werkelijk doen. Julie hield twee jaar halfslachtig contact en heeft dat pas sinds een maand resoluut verbroken, waarbij het nog maar de vraag is of ze die breuk lang zal volhouden. Bij Joke zit de gedeelde vriendenkring in de weg: ‘Onze sociale weefsels zijn zodanig vervlochten dat hij altijd in mijn leven zal blijven.” En ook ik speel vals, door naar de telefoon te grijpen wanneer ik me niet goed voel of een date is tegengevallen.
“Ik weet niet of dat valsspelen is,” zegt Joke, zelf psychologe. Ze licht toe dat je in een relatie mandaten geeft aan de ander, zoals bijvoorbeeld het mandaat om gerust te stellen. Een nieuwe love interest mag nog precies dezelfde woorden gebruiken als je ex, hij kan je niet op eenzelfde manier troosten omdat hij dat mandaat nog niet heeft gekregen. “Kan ik dat wel opnieuw geven?” vraag ik. “Dat vraagt tijd. Geloof me, ik kan het weten.” Met een knipoog voegt Joke eraan toe: “Je kan trouwens ook nieuwe mandaten geven.” Ik weet dat ze verwijst naar de seksuele openbaring die nog een andere vriendin met een nieuwe crush ervaart. De kunst lijkt dus vooral om van een nieuwe liefde niet het oude te verwachten.
Staat het contact met onze exen zo’n schone lei niet in de weg? Kan je iemand nieuw omarmen als je nog iets vasthoudt? Twee handtassen, daar heeft toch niemand wat aan? Of is het mogelijk om contact te houden én tegelijkertijd los te laten? Hou je hem in je leven omdat je stiekem niet écht durft te springen? Of is dat gewoon het lot van de kreeften? Verlangen we naar hem, of naar het leven dat we met hem hadden? Het zijn vragen zonder pasklaar antwoord, hoe vervelend dat vandaag ook mag zijn.
Biowinkelwijsheid
We moeten onze tijd nemen, verzekeren Julie, Joke en ik elkaar. Zelfs al zijn er opmerkingen, zoals die van Jokes (mannelijke – duh) collega onlangs, toen iemand dertig werd: ‘Nu moet je er toch dringend aan beginnen, hé!”
Terwijl ik afgelopen zondag tussen de groenten snuffelde in de biowinkel om de hoek, maakte ik een praatje met iemand van het personeel. Toen Phyllis hoorde dat ik net dertig was geworden, en dat best spannend vond, stelde ze me gerust: ‘Och, het leven begint maar pas!”
Weer thuis bladerde ik naar gewoonte door een ELLE-magazine. Mijn oog viel op een gouden oorring met een vreemde kronkel. Ik las dat het sieraad, een collaboratie tussen Japans modelabel Sacai en ontwerpster Charlotte Chesnais, enkel in het rechteroor past. Ik bekeek de solo-oorring en dacht terug aan het enigszins vernederende moment op die trouwceremonie laatst, toen ik mijn kapotte oorbel in mijn handtas wegstak en meteen daarna de andere ook verwijderde. “Dat doe ik niet nog een keer”, nam ik me voor, met een zachte glimlach op mijn gezicht, “want alleen is ook mooi. Alleen is prachtig. Zeker als Sacai het zegt.”