“Ik beschuldig je van misdaden tegen het kousendom!” Boem. De woorden zijn eruit: ik ben een kousenzondaar. En met deze bekentenis hebben mijn Konmari opruimcoach en ik de eerste stap richting een rustiger, rommelvrij leven gezet.
Wat is de Konmari methode?
Je leest het goed: ik heb een opruimcoach. Klinkt gek, en net als zoveel andere zaken met doldwaze bijklank komt het verschijnsel uit Japan overgewaaid, waar een zekere Marie Kondo al jaren voor furore zorgt. Die laatste staat te boek als ’s werelds eerste opruimconsulente, het brein achter de revolutionaire konmari methode, die zelfs de meest chaotische huizen in enkele stappen omtovert tot inspirerende tempels van sereniteit en minimalisme. Het idee: een rommelvrij huis dat één keer volgens de methode werd ingericht, houdt zichzelf daarna ordentelijk en hoef je quasi niet meer op te ruimen. Bovendien krijg je er een mentale opkikker van. De boeken die ze erover schreef, verkopen wereldwijd als zoete broodjes en sinds kort kan je ook op Netflix bewonderen hoe ze, weliswaar nederig buigend en groetend, als een tyfoon door de huizen slash vuilnisbelten van hoardende Amerikanen raast en een spoor van orde, netheid en mentale rust achterlaat. Over de grote plas kan je ondertussen van een rage spreken en tegenwoordig wil elke gegoede Amerikaan bovenop een privéchef en personal shopper kunnen uitpakken met een opruimcoach en een dressing vol karakteristieke “Marie Kondo sushi rolletjes” –les één van de konmari methode klinkt immers als volgt: “plooien is verleden tijd, rollen is how we roll….”
In België valt het allemaal nog mee en beperkt de sushi kennis van de gemiddelde burger zich tot maki, sashimi en temaki, maar ook hier krijgt de methode langzaam maar zeker voet aan grond. Bovendien telt ons land één van de amper tweehonderd officiële Marie Kondo consulenten die door de Japanse spic & span goeroe in hoogsteigen persoon werden opgeleid en gecertifieerd –een soort van elitetroepen voor het betere opruimwerk, zeg maar: haar naam is Elizabeth Puerta (WellbeingOrganized) en ze voorziet Belgische huizen én geesten sinds vijf jaar van wat broodnodige orde en rust.
Waarom kiezen voor de Konmari methode?
Ze ruilde een drukbezette carrière in het bedrijfsleven in voor een bestaan als ordecoach: “mijn man vond het eerst maar een vreemd idee; waarom een mooie loopbaan aan de kant schuiven om “kuisvrouw” te worden?! Ik zag in de methode echter meteen een krachtig instrument van zelfontwikkeling en een bron van geluk. Op vlak van dat laatste zitten we met een enorm cultuurverschil tussen Oost en West: hier wedijveren we om wie het meeste bezit heeft, terwijl het in Japan juist een statussymbool is om zo minimalistisch mogelijk te leven. Westerlingen proberen geluk uit materieel bezit te putten, waar Oosterlingen het juist vinden in het loslaten daarvan, de zogenaamde decluttering . Het is een levenswijze die er van jongs af aan wordt aangeleerd: in Japan vormt het opruimen van de klas een essentieel onderdeel van de opvoeding, peuters leren er dat alles een natuurlijke plaats heeft en daar na een speelkwartiertje weer moet eindigen. Het lijkt triviaal, maar het is een ingesteldheid die ze later meer zelfvertrouwen en zelfstandigheid geeft.
Wat ze in het Oosten heel goed begrepen hebben, is dat er overal energie, zowel positief als negatief, door stroomt en dat je die natuurlijke flow verstoort door krampachtig teveel spullen op te stapelen. Ik zou zeggen dat het gemiddelde Westerse huis voor 120% gevuld is, waar je moet streven naar 70%. Die verstoorde energiestroom zorgt ervoor dat ook de bewoners minder vitaliteit ervaren, ze voelen zich moe, warrig en futloos. Eigenlijk kunnen noch het huis, noch haar inwoners normaal ademhalen. De meeste van mijn klanten maken een grote verandering mee -een nieuwe job, een eerste kind, een echtscheiding, een overlijden, een nieuwe relatie, een verhuizing- en dan komt zo’n “zuurtstoftekort” extra hard aan. Dat zijn kantelmomenten waarop je best mentaal eens alles op een rijtje zet, maar dat kan alleen door eerst je leefomgeving te ordenen.”
Wat zijn de principes van Marie Kondo?
Hoe gaat het praktisch in zijn werk? Eerst en vooral vindt een intake gesprek plaats, waarbij ik niet alleen elk hoekje van mijn huis aan Elizabeths alziende oog moet onderwerpen, maar ook een stukje in mijn geest moet laten kijken. Het toeval wil dat ik deze zomer dochter nummer twee verwelkomde én dat we amper een jaar geleden verhuisden, wat mij meteen in de categorie “mens in volle verandering” klasseert, het ideale proefkonijn dus. Naar mijn gevoel heb ik tijdens de verhuizing tonnen overtollige brol bij het grof vuil heb gezet en zijn mijn wilde decoratie ideeën helemaal gekanaliseerd. Waar mijn vorige appartement ingericht leek door een schizofrene huiself met hamstercomplex, voelt mijn nieuwe huis aan als een minimalistisch oord van rationaliteit. Desondanks krijg zelfs ik de diagnose “120% te vol” te horen en giechelt Elizabeth wanneer ik haar verzeker dat ik enkel het strikt noodzakelijke heb overgehouden –nu ja, dat en wat broodnodige tierelantijntjes…”
De Konmari methode werkt om exact deze reden per categorie, niet per kamer in huis. We gaan door vijf soorten bezit: kleren, boeken, papierwerk, emotionele zaken en het zogenaamde “komono” –Japans voor “vanalles”, denk speelgoed, keukengerei, de inhoud van je badkamer, je kuisproducten, etc. Door op deze manier aan de slag te gaan, leer je de kwantiteit en dus ook kwaliteit, van je spullen in te schatten. Ikzelf ben vijf jaar geleden bijvoorbeeld heel triviaal begonnen met het verzamelen van àlle scharen in huis. Ik wist ze niet meteen liggen en schatte dat we er in het totaal misschien drie hadden. Bleek dat er twaalf in huis slingerden, wie heeft er nu twaalf scharen nodig? Het was confronterend, en tegelijk heerlijk om die allemaal op een hoopje te zien liggen en te beseffen hoeveel ruimte er vrij zou komen door ze van de hand te doen. Het is een zalig gevoel om echt te wéten hoeveel dingen je bezit, te beseffen wat al dan niet ballast vormt en gaandeweg meer controle over je leven en onderbewustzijn te krijgen.”
Met die gedachte in het achterhoofd kijk ik naar de berg kleren die zich in mijn slaapkamer vormt terwijl Elizabeth meedogenloos de inhoud van mijn kleerkast, kousenmand, dozen zomerkleren en zelfs die stiekeme koffer vol “spullen waarin ik momenteel niet pas, maar dat ooit wel zal doen” omkiepert. We hebben besloten om bij de categorie “kledij” te beginnen en werkelijk niets ontsnapt aan haar aandacht. De hoop krijgt Mount Everest proporties en plots begint het te doemen dat de overconsumptie in modeland eigenlijk gewoon bij mezelf begint. Heb ik echt zòveel pyjama’s nodig? En witte shirts, dat zijn er toch een hele hoop, om maar van mijn weinig stijlvolle collectie “slobberbroeken om in te sporten” te zwijgen. Ik zucht en bega daarmee al mijn eerste grote fout: “opruimen hoeft geen vervelend karwei te zijn, ook dat is een Westers idee. Het is een activiteit die je mentale rust biedt en je huis mooier maakt, het is een positief iets, en om die reden noem ik het proces dat wij nu doorlopen een Opruimfestival –door naar de leuke kantjes ervan te kijken ga je het zelf ook als leuker ervaren.” Geen nieuw idee eigenlijk, decennia voor Marie Kondo ermee op de proppen kwam, zong naamgenote Poppins immers ook al hoe een klein schepje suiker van pilletjes geen punt maakt…
Je kast inrichten à la Marie Kondo! Hoe doe je dat?
Focus op geluk dus, een test waaraan elk stuk dat ik in handen neem streng wordt onderworpen. “Als je écht gelukkig wordt van veertig paar schoenen, mag je ze van mij allemaal houden,” aldus Elizabeth, “maar je moet eerlijk met jezelf zijn en je afvragen of je ergens een positief gevoel van krijgt.” In functie daarvan wordt de Mount Everest op een paar uur tijd ontleed tot een bergketen met drie toppen: Houden, Wegsmijten, Twijfelgevallen. Ik probeer op mijn gevoel af te gaan en kieper elk stuk waar ik geen vlinders van krijg op de Weg Berg. Het feit dat Elizabeth samenwerkt met een liefdadigheidsorganisatie die al deze kleren een tweede leven zal geven, maakt de pil trouwens wat minder bitter.
Waar ik me dan weer wél in verslik, is het feit dat ik elk stuk apart moet bedanken voor bewezen diensten en, nog erger, mijn coach me suggereert me te verontschuldigen tegenover de kleren die ik jarenlang verkeerd behandeld heb door ze fout te plooien. Een dressing met sterallures waar alles netjes op kleur hangt, dat zie ik volledig zitten, maar in dialoog treden met een afgedankte kous en vergiffenis vragen voor het feit dat ik het altijd in een bolletje heb gedraaid –mag dus blijkbaar écht niet- daar pas ik voor. Opnieuw een fout: “mensen doen in het begin nogal lacherig over dit deel van de methode, ze stellen voor om op de rationele aanpak te focussen en dit gedeelte te skippen. Het feit dat je objecten moet groeten, bedanken, koesteren, is echter essentieel. Er vloeit overal energie door en door formeel afscheid te nemen, snijd je de negatieve energie af die jij en, in dit geval je kous, hebben gedeeld. Mijn eigen man lag dubbel van het lachen toen hij mij het voor het eerst zag doen en de meeste klanten beginnen er sceptisch aan, maar laat dat sceptisme puur voor de oefening eens varen en je zal zien wat voor een bevrijdend effect het geeft!”
Oké dan, sorry kous…
Hoe opvouwen met de Konmari methode?
Eens alle spreekwoordelijke plooien tussen mij en mijn garderobe zijn platgestreken, wordt het tijd om dat ook letterlijk te doen. Elizabeth toont me de befaamde sushirol methode en hoe ik die zowel op lange jassen als stevige jeansbroeken als piepkleine kousjes kan toepassen. Ik aanschouw met verbazing hoe ze mijn hele kleerkast kunstig oprolt en in de helft van het oorspronkelijke oppervlakte geparkeerd krijgt. Hangers worden dan weer netjes op kleur geordend en verwelkomen de langere en fragielere kleren, die op hun beurt op kleur en lengte worden georganiseerd –“probeer in opwaartse golven te werken.” Ik vind de nieuwe, Japanse look van mijn dressing wel wat hebben en voel me gaandeweg ook een pak lichter. Alleen maak ik me zorgen hoelang dit effect zal duren, maar ook daar heeft Elizabeth een oplossing voor: “het is bewezen dat als je een gewoonte 21 dagen aanhoudt, het een natuurlijke reflex wordt! Neem dus drie weken lang de discipline aan om elk stuk netjes op te rollen en juist te hangen en je zal zien dat het op den duur vanzelf gaat.”
Ik neem de proef op de som en besef na drie weken dat ik inderdaad een sushi expert ben geworden en er helemaal rustig van word mijn kleren, tot mijn getraumatiseerde kousjes toe, op te rollen. Ik merk ook dat ik twee keer nadenk voor ik een nieuw stuk koop: mijn gedachten schieten steeds opnieuw naar de perfecte rolletjes in mijn kast en hoe die nieuwe harmonie verstoord zal worden moest ik er het zoveelste fast fashion shirt tussen proppen. Uit mijn keuken klinkt ondertussen een steeds luider wordende, Jumanji-esque aandachtskreet: die Tupperware kast kan er écht niet langer zo rommelig bij blijven liggen en ook van mijn kruidenrekje word ik niet zen. Iets zegt me dat mijn opruimfestival na de modieuze main act ook nog wat bisnummertjes zal krijgen in de rest van het huis…
Praktisch
Ook zin in een rommelvrij huis? Contacteer Konmari coach Elizabeth Puerta om aan je eigen opruimfestival te beginnen, reken zeker een halve dag “diagnose” en meerdere opruimdagen zelf voor één festival… (Eerst nog wat inspiratie/overtuiging nodig? Deze gespecialiseerde home organizing accounts op Instagram zullen je ongetwijfeld over de streep trekken!)
Nu je toch even bezig bent je leven mooier en beter te maken, wil je misschien ook wat lessen hygge, ikai of wabi-sabi meepikken. Ontdek hier welke exotische levensfilosofie bij jou past.