Cruelty-free cosmetica: mythe of haalbare werkelijkheid?
Miljoenen dieren worden jaarlijks gefolterd of gedood tijdens wrede proeven die de veiligheid van onze cosmetica moeten garanderen. Konijnen die in naam van een fond de teint of lipstick bijtende producten in de ogen gedruppeld krijgen, kaalgeschoren hamsters die met brandende stoffen worden ingewreven, vastgeketende apen,…: om de zoveel jaar krijgen we onthutsende beelden over de praktijken te zien, maar veel lijkt er ondanks de hevige protesten niet te veranderen. Of toch? Dit moet je weten over dierproeven in de cosmeticasector.
Wat zegt de wet?
In maart 2013 werd in de Europese Unie een wet geïmplementeerd die de verkoop verbiedt van cosmetica die getest werden binnen of buiten de EU. Dat laatste stukje is een belangrijke nuance, want in 2009 ging al een gelijksoortige wet van kracht, maar die verbood enkel dierproeven ìn de EU. Bedrijven konden dus doodleuk buiten de grenzen blijven testen en hun producten vervolgens ongehinderd importeren. De nieuwe, sterkere wet richt haar pijlen trouwens niet alleen op het eindproduct, maar ook op de specifieke ingrediënten die het bevat -ook die mogen niet langer op dieren getest worden. Een enorme stap vooruit die als eerste positieve effect heeft gehad dat de sector nu op een veel intensiever manier investeert in het onderzoek naar alternatieven op wrede en vaak zinloze dierenproeven.
Het slechte nieuws
De wet van maart 2013 is een welkome stap vooruit, mààr hij lost niet in één klap alles op. Zoals dat maar al te vaak gebeurt, glippen veel individuele praktijken nog te vaak door de mazen van het net. Cosmetica die officieel als medicijn te boek staan bijvoorbeeld, zijn aan een minder strenge regelgeving onderworpen. Ook de daadkrachtige acties die uit de wet moesten voortvloeien, zoals de oprichting en financiering van onderzoekscentra naar ethische alternatieven, blijven vaak beperkt tot de theorie.
Daarnaast blijven veel multinationals buiten Europa wel nog cruelty producten verkopen en dit omdat sommige markten daar juist expliciet om vragen: in China is het bijvoorbeeld verboden om cosmetica te verkopen die nièt op dieren werd getest. Een eerste stap is dan ook om overheden te sensibiliseren, een tweede om onderzoek naar alternatieven te financieren én speciale leerprogramma’s op te richten om lokale wetenschappers te laten kennismaken met die diervriendelijker methoden.
Het goede nieuws
“Ik geloof dat als we het echt zouden willen, we gestaag naar een dag kunnen werken, over tien of twintig jaar, dat dierproeven niet meer bestaan. Dierproeven zijn wreed, duur én produceren misleidende resultaten die vaak niet toepasbaar zijn op de mens. Daarom ontwikkelen ’s werelds meest vooruitstrevende wetenschappers methodes om ziektes te bestuderen en producten uit te testen zonder dieren te gebruiken, methodes die bovendien dubbel zo relevant zijn voor de menselijke gezondheid,” zo liet de Britse professor-emeritus Michael Balls ooit optekenen op de site van PETA. De man heeft er een indrukwekkende carrière als zoöloog en medische celbioloog op zitten én was van 1993 tot 2002 het eerste hoofd van het European Union Reference Laboratory for Alternatives to Animal Testing. Zijn voorspelling laat jammer genoeg op zich wachten, maar er is toch al een enorme weg afgelegd.
Verandering bekom je zelden van de ene dag op de andere en er moet in de eerste plaats een mentaliteitsverandering optreden bij overheden, consumenten (enkel nog cruelty free shoppen is een goede start) én wetenschappers. Wat ons tot het goede nieuws brengt: de nieuwe, jongere generatie wetenschappers blijkt een pak bewuster en kritischer dan haar voorganger en kan steunen op nieuwe, alternatieve testmethoden.
Wat zijn de alternatieven?
Het absurde van de hele zaak is dat dierproeven eigenlijk allesbehalve betrouwbaar zijn. We behoren nu eenmaal tot een verschillend ras en daarom zijn we nooit helemaal zeker dat een product dat geen of juist wél een allergische reactie zou uitlokken bij een konijn, aap of kat ook zo zou reageren bij een mens. Ondertussen is al voor heel wat ingrediënten aangetoond dat mens en (proef)dier er verschillend op reageren, maar toch blijven de praktijken duren. Bovendien neemt het vaak meer tijd in beslag én blijkt het duurder dan de nieuwe alternatieven.
Grofweg kan je de alternatieve onderzoeksmethoden onderverdelen in drie groepen:
IN VITRO proeven maken gebruik van menselijke cellen en weefsel om testmodellen te bouwen (in de vorm van microchips, stoffen in reageerbuisjes en soms zelfs levensechte 3D-modellen) die de belangrijkste eigenschappen van de menselijke huid of andere organen nabootsen. Dit betekent dat ook de reactie ervan op bepaalde chemicaliën levensecht is en onderzoekers dus exact kunnen achterhalen hoe veilig een bepaald ingrediënt of eindproduct al dan niet is voor de mens.
IN SILICO proeven maken dan weer gebruik van geavanceerde computermodelleringtechnieken. Dit zijn meestal kwantitatieve tests die de menselijke biologie en ontwikkeling van ziekten en/of neveneffecten zodanig goed in kaart brengen, dat ze kunnen voorspellen hoe een bepaalde stof zal reageren in of op een menselijk lichaam. Op die manier maken ze het gebruik van dieproeven in de eerste, verkennende fases van een onderzoek overbodig.
Er bestaat natuurlijk ook altijd de optie van tests op menselijke vrijwilligers, al zijn ook hier ethische kanttekeningen te maken.
Cruelty-free shoppen
Overheden en wetenschappers hebben een groot deel van de touwtjes in handen, maar ook jij kan als consument je steentje bijdragen door enkel nog cruelty-free cosmetica te kopen en steunen. Leer ook zoveel bij over het onderwerp en laat je niet misleiden door greenwashing en vaste logo’s. Het helpt om de juiste termen te kennen, “vegan” betekent bijvoorbeeld dat een product geen dierlijke stoffen bevat, terwijl “cruelty-free” aangeeft dat het niet op dieren werd getest; het ene sluit het andere niet noodzakelijk uit. Ontdek hier alvast een lijst Belgische vegan webshops -met verduidelijking of ze ook cruelty-free zijn of niet.
Er bestaan ook tal van labels die je op weg helpen, zoals het Leaping Bunny certificaat (dat eveneens met een handige Leaping Bunny app komt ). Opgelet, er circuleren ook veel misleidende en valse logo’s! Via PETA’s website kom je ook een hoop te weten over jouw favoriete producten.
Lang verhaal kort: informeer je voor je een product in huis haalt! Het neemt extra tijd in beslag, maar scheelt een hoop dierenleed.
Onderschat ook niet op welke schaal dierproeven voorkomen. Wist je bijvoorbeeld dat zelfs pampers (!) op dieren worden getest? De inhoud van je baby’s badkamertje wordt plots een pak minder onschuldig, gelukkig zijn er ook heel wat labels die cruelty-free babyproducten op de markt brengen.
Meer weten? Dit artikel focust op de situatie binnen de cosmeticasector, maar ook voor onder andere schoonmaakmiddelen en geneesmiddelen worden dierproeven uitgevoerd. De materie is complex, de ethische vragen zijn talrijk en de situatie blijkt niet altijd zwart/wit -vooral wat medische proeven betreft. Ontdek alvast op de website van de Vlaamse Overheid hoe het zit met medische dierproeven.