Als de ultieme buitenkans zich aandient, moet je die grijpen. Vraag maar aan Emma Posman. De Gentse sopraan schitterde in Salzburg als Mozarts ‘Koningin van de Nacht’ – een glansrol waarvoor ze amper drie uur eerder werd gebeld. Sindsdien weet de hele operawereld dat je van de 25-jarige Posman vocaal vuurwerk mag verwachten.
Salzburg, 4 augustus 2018. Emma Posman staat in de Zara als ze een telefoontje krijgt van de Salzburger Festspiele. Of ze straks in Mozarts ‘Die Zauberflöte’ wil zingen. Koningin van de Nacht Albina Shagimuratova is plots ziek gevallen en Posman is de enige andere zangeres in Salzburg die de sterrol onder de knie heeft. Een hallucinant moment, herinnert ze zich. “Ik speelde destijds hetzelfde personage in de kinderversie van ‘De Toverfluit’, dus ze wisten mij snel te vinden. Eerst dacht ik dat mijn hart het begaf, daarna schakelde ik over op automatische piloot.” Drie uur de tijd kreeg ze om een van de meest prestigieuze rollen die je als sopraan kunt spelen in te studeren. “In de make-upstoel memoriseerde ik het laatste ensemble van de koningin met haar drie dames en de engerd Monostatos, want dat stuk had ik nog nooit eerder gezongen. Intussen gaven een regieassistent en pianist me voortdurend cues. Ik dacht dat ik gek werd.”
Wie de actualiteit een beetje volgt, weet dat Emma die avond de rol van haar leven vertolkte. Het leverde haar naamsbekendheid op en zorgde ervoor dat ze opviel tussen de honderdduizend solisten die vaak moeten knokken voor een handvol gegeerde podiumplaatsen. “Opera is een harde wereld. Vooral als je sopraan bent, want die zijn er met hopen. De truc is om je te onderscheiden. Weinigen kunnen de rol van Koningin van de Nacht aan, omdat je stem extreem hoog moet gaan. Dat is mijn sterkte.”
Wanneer ontdekte je dat je een operastem hebt?
“Als klein meisje had ik al een fijne engelenstem, maar daarmee zing je nog geen aria’s. Op mijn zestiende werd het stilaan duidelijk dat ik een stem heb die een opera aankan. Ik heb daar erg hard voor moeten oefenen. Vergelijk het met topsport. Je traint de spieren rond je stembanden op zo’n manier dat je enorme inspanningen kunt leveren. We moeten vaak uren aan een stuk zingen, en dat weegt – ook fysiek. Bovendien creëert klassieke muziek bepaalde verwachtingen wat klank betreft. Je moet over een orkest leren zingen en met zo weinig mogelijk moeite een maximale geluidssterkte halen. Anders hou je het niet vol.”
Zing je dan van ‘s ochtends tot ‘s avonds?
“Dat niet, maar ik ben er wel de hele dag mee bezig. Ik zing meestal drie tot vier uur per dag. Tenzij ik repetities heb, dan loopt dat aantal snel op. Nu, echt ‘uitzingen’ hou je sowieso niet langer dan een paar uur vol. Maar er zijn ook rustigere dagen waarop ik een nieuw repertoire instudeer. Dan hoef ik mijn volle stem niet te gebruiken.”
Je vader, Lucien Posman, is componist en je moeder, Karen Coussement, is muzikante van opleiding. Was jouw carrière in de klassieke muziek onvermijdelijk?
“Mijn liefde voor muziek heb ik inderdaad van mijn ouders, maar ze hebben mij nooit in die richting geduwd. Ik vermoed omdat ze uit ervaring wisten dat het leven als muzikant moeilijk is. Maar ik hield voet bij stuk. Toen ik twaalf was, heb ik wel even gerebelleerd met popmuziek. En ik wou ook graag in musicals spelen, maar mijn vader raadde me toch aan om een klassieke techniek op te bouwen.”
Kun je verwoorden waarom je zo graag op een podium staat?
“Ik was altijd al iemand die graag in de schijnwerpers staat. Als kind voerde ik toneelstukjes op en dan móést iedereen kijken. Als je creatief bent, wil je dat aan de wereld tonen. Het voelde voor mij altijd natuurlijk aan om op een podium te staan. Tot mijn puberteit. Toen werd ik me plots heel bewust van mezelf en durfde ik minder. Ik kreeg last van plankenkoorts, mijn hart ging tekeer, mijn handen trilden … Die angst is er gelukkig weer uitgegroeid. Het is best vreemd hoeveel je jezelf kunt wijsmaken. Ik zeg constant tegen mezelf dat mijn zenuwen me net helpen om goed te presteren. Zo draai ik ze om tot iets positiefs en voel ik nauwelijks stress.”
Twijfel je nog weleens aan jezelf?
“Wie niet? (lacht) Mijn parcours verliep allesbehalve normaal. Ik was pas afgestudeerd, had amper ervaring en belandde voor ik het goed en wel besefte, door een samenloop van omstandigheden, op een van de belangrijkste podia ter wereld. Zonder repetitie, meteen op de scène en ook nog live op de Oostenrijkse televisie. Dat schept verwachtingen – ik kreeg daarna het gevoel dat iedereen me in de gaten hield. Weet je, ik probeer zo veel mogelijk te relativeren en zo weinig mogelijk druk op mezelf te leggen. Ik zing om het publiek een goed gevoel te geven, om mensen te raken. Maar er hangen geen levens af van mijn zangkunsten. Haal ik een noot niet? So be it. Wat mij opvalt als ik met zangers van hoog niveau werk, is dat zij allemaal zo rustig en beheerst blijven. Ze zijn die fase van zelftwijfel allang gepasseerd.”
Je bent lid van de MM Academy bij De Munt, die jong talent ondersteunt. Helpt dat?
“Absoluut, je krijgt hier als muziekstudent verschillende kansen. Je kunt deelnemen aan masterclasses met grote artiesten, je mag op concerten zingen, en met wat geluk krijg je al eens een rol in een operavoorstelling. Het is fijn om deel uit te maken van zo’n mooi huis. Het leven van solist kan vrij eenzaam zijn, dus elke connectie helpt.”
Kun je vrede nemen met dat solitaire aspect van de job?
“Nu beter dan in het begin. Toen moest ik mensen rond mij hebben om gelukkig te zijn. Ach, alles went uiteindelijk. Ik ben freelancer, dus ik hoor nooit echt ergens thuis. Maar dat geeft niet. Je moet er alleen de juiste persoon voor zijn; je trekt van het ene gezelschap naar het andere, bent voortdurend onderweg. Ongelooflijk hoeveel uren ik doorbreng op de trein …”
Heb je tijd voor de liefde?
“Haha! Ik heb er wel tijd voor, maar het is niet evident. Laat ons zeggen dat ik vooral op carrièrevlak al veel chance heb gehad. Ik reis veel en blijf nooit lang op één plaats. Dat maakt een relatie niet onmogelijk, maar wel uitdagend. Een langeafstandsrelatie schrikt velen ook af, vrees ik …”
Opera heeft een nogal oubollig imago. Dat schrikt misschien ook af?
“Dat klopt, maar dan alleen bij mensen die nooit naar de opera gaan, of het niet kennen. Ik vind opera helemaal niet ouderwets, integendeel. Er worden regelmatig hedendaagse voorstellingen gecomponeerd, vol verrassende en frisse elementen. Ik merk trouwens dat steeds meer jongeren nieuwsgierig zijn naar opera. Geloof me, ik ben zeker niet de jongste in de zaal wanneer ik naar een voorstelling ga.”
Wat maakt de opera zo uniek voor jou?
“Opera is een totaalspektakel van alles wat ik graag doe en waar ik graag naar kijk. Ik hou vooral van het dramatische. Zingen boven het orkest geeft een machtig gevoel. Je zingt ook niet zomaar een nummertje; opera is tegelijk acteren. Net als bij film kun je je helemaal inleven in een personage en even iemand anders zijn, zalig is dat. Ik prijs me gelukkig, want voor mij combineert opera het beste uit twee werelden. Het kan zo overweldigend zijn.”
Emma Posman speelt momenteel in de productie ‘Les Châtiments’ bij de Franse Opéra de Dijon. In België kun je haar aan het werk zien op 26 maart in de Sint-Jacobuskerk in Borsbeek en tijdens Aalter Promt op 17 en 18 april.