Ester Manas is big. Ester Manas is bold. Ester Manas is alles wat je tegenwoordig van een opkomend modelabel mag verwachten: duurzaam, inclusief en misschien een klein beetje geschift. “Le corps, ça bouge!”
Een week voor hun allereerste Paris Fashion Week verwelkomen Ester Manas en Balthazar Delepierre me in hun ‘showroom’, een smal maar statig herenhuis op de Rue Mercelis in Brussel. De spanning zou te snijden moeten zijn, en toch straalt het koppel achter het Belgisch-Franse luxemerk een en al rust uit. Er is zelfs tijd voor een rondleiding. De twee wonen op de bovenverdieping, werken op het gelijkvloers en stockeren de stoffen voor hun nieuwe collecties in de kelder. Wat meteen opvalt wanneer ik hun indrukwekkende studio binnenwandel, zijn de tientallen bustes die rond de werktafel en op de schouwmantel zijn opgesteld. Ester en Balthazar – allebei 27 – maken de paspoppen zelf in alle denkbare vormen en maten. Vetrolletjes op de buik, saggy boobs of juist geen boobs … Elk lichaamstype krijgt hier een plaats. Het is de kern van Ester Manas’ verhaal: one size fits all. En anders past het duo er wel een mouw aan.
Geïnspireerd op Ikea
Balthazar Delepierre en Ester Manas leerden elkaar zo’n acht jaar geleden kennen tijdens hun studies aan de Brusselse kunstenschool La Cambre. Hij studeerde er typografie, zij mode. Tijdens dat cruciale laatste jaar waarin bijna non-stop aan de afstudeercollecties wordt gewerkt, klikte er iets in Manas’ hoofd. “Bij het zien van een Ikea-tafel dan nog wel,” lacht ze. “Het was zo’n uitschuifbaar model dat je groter en weer kleiner kunt maken, afhankelijk van het aantal gasten dat je over de vloer hebt. Ik dacht bij mezelf: waarom wordt dit idee niet toegepast op kleding? Waarom hang ik hier voor mijn ontwerpen vast aan een maatje XS of S?” Het concept voor Ester Manas’ eerste collectie ‘Big Again’ ontstond dan en daar. Vanuit een persoonlijke frustratie bij Ester omdat de kleding die ze zelf wilde dragen niet in haar maat 44 beschikbaar was. En dus ging de modestudente zelf aan de slag, met de steun van Delepierre. Balthazar: “We geloofden heel sterk in een ‘one size fits all’-collectie, maar Ester moest sommige docenten bij La Cambre echt over de streep trekken. Ze waren er niet helemaal van overtuigd dat het zou werken op de catwalk. De staande ovatie die Ester kreeg tijdens de afstudeershow, bewees hun ongelijk en gaf ons een boost om nog een stap verder te zetten.”
Twee handen, één buik
We zijn nauwelijks een kwartier in het gesprek en ik weet nu al dat vooral Balthazar het woord zal nemen. De merknaam verwijst dan wel 100% naar de vrouwelijke kant van het duo, maar dat wil niet zeggen dat alle credits voor Ester zijn. De twee doen alles samen, van de eerste schetsen tot de selectie van de stoffen en de communicatie rond elke nieuwe collectie. Ester: “Alleen de uitwerking van de prototypes neem ik voor mijn rekening. De techniek zit mij beter in de vingers. Maar ondertussen is Balthazar met 100 andere dingen bezig, zoals het design voor onze handtassen en 3D-geprinte juwelen. Dat deel ligt volledig bij hem.” Balthazar: “En model spelen, dat doe ik ook! (lacht) Voordat een kledingstuk in productie gaat, testen we het altijd eerst op ons eigen lichaam.” Ester: “Ik ben klein en rond, Balthazar groot en tenger. Als een blouse, jas of broek ons allebei flatteert, dan zijn we op de juiste weg. Alleen in een jurk heb ik Balthazar nog niet gekregen …”
Een blouse die slechts in one size beschikbaar is en toch zowel maat 34 als 50 past, het lijkt me eerder magisch dan mogelijk. Hoe máák je zoiets? Balthazar: “Door heel veel fittings in te plannen. We werken standaard samen met een tiental modellen en ontwerpen zoveel mogelijk op maat van hun specifieke lichaamsvorm. Zij geven hun eerlijk advies en dat nemen we altijd ter harte. Intussen weten we wel wat werkt en wat niet. Een turtleneck of legging? Werkt niet!” Ester: “We passen ook vaak dezelfde technieken en trucjes toe om met de sizing te spelen: extra knoopsgaten of trekkoorden op belangrijke plaatsen, dus onder de borst en om de taille en heupen. Of plooien die uitrekbaar zijn en zo meer stof bieden als je lichaam daarom vraagt.” Balthazar: “Eenzelfde kledingstuk past natuurlijk niet iedereen op exact dezelfde manier. Daarom presenteren we elk silhouet op twee maten: op een 36 en op een 44-46. Buyers en uiteindelijke klanten kunnen dan meteen zien dat onze kleding goed past bij beide lichaamstypes. Compleet anders, dat wel, maar zeker even geslaagd.”
Op is op
Behalve inclusief is de mode van Ester Manas ook heel duurzaam en opvallend lokaal. Ter illustratie: het sociaal confectieatelier waarmee ze samenwerken – Atelier Mulieris –, ligt letterlijk om de hoek. Typeert die spirit hun generatie? Ester: “Ik geloof dat het makkelijker is voor een jong, opkomend merk om kleinschalig en bijgevolg ook met meer respect voor het milieu te produceren. De vraag is nog beperkt, waardoor we relatief weinig stof nodig hebben en achteraf ook niet met overstock blijven zitten. Wij behouden de controle. Zijn er bestellingen, dan produceren we. Zijn er geen bestellingen, dan produceren we niets.” Balthazar: “En als onze voorraad stof op is, dan is hij op. We zetten ons heel hard af tegen overconsumptie. Nog voor een nieuwe collectie vorm krijgt, gaan we naar een textieloutlet, meestal in Parijs. Daar kopen we ‘deadstock’ – rollen vol overgebleven designerstoffen die anders in de vuilbak zouden belanden. Pas dan denken we na over mogelijke silhouetten voor de collectie.” Ester: “Het is de bedoeling dat de kleren die we maken langer meegaan dan gemiddeld. Dat ze zich aanpassen aan het lichaam en met je meegroeien. Le corps, ça bouge! Je lichaam verandert met de jaren. Soms heb ik een maat 44, soms een 46. Het is toch te gek om voortdurend je kleerkast te veranderen in functie van je gewicht? Vrouwen kunnen onze kleding blijven dragen, bijvoorbeeld tijdens hun zwangerschap of bij andere gewichtsschommelingen.”
Hoera voor Hyères
In 2018 trokken Ester en Balthazar naar het modefestival van Hyères met hun ‘Big Again’-collectie. Ze wonnen er de Galeries Lafayette-prijs. Het applaus was oorverdovend, de reacties unaniem: ein-de-lijk! Balthazar: “Voor Hyères was het de bedoeling dat ik mijn eigen grafische studio zou oprichten, en dat Ester aan de slag zou gaan bij Balenciaga of Acne Studio, waar ze eerder stage had gelopen. Maar dankzij Hyères werd een eigen label plots een optie. Er bleek een markt te zijn voor onze visie en kleren. We werden vanuit elke hoek aangemoedigd, alsof iedereen op Ester Manas zat te wachten. Dat was fijn maar toch ook beangstigend.” Ester: “We vreesden toen dat die aandacht er vooral was omdat Ester Manas een beetje tegen de schenen schopt. Niet omdat de mode-industrie écht klaar is voor een alternatief beeld van het vrouwenlichaam. Intussen zijn we vier collecties verder en blijkt die angst ongegrond.” Balthazar: “We doen het goed, niet enkel online maar ook in onze fysieke verkooppunten in Los Angeles, Nice, Londen … Via Instagram krijgen we dagelijks feedback, en die is alleen maar positief. Vooral Duitse en Braziliaanse vrouwen zijn fan. Ze gaan heel vrij om met hun lichaam. Dat ligt toch heel anders voor Parijs en ook België, waar eigen verkooppunten nog niet van de grond komen. De mode-industrie is klaar voor een ander lichaamsideaal, maar soms stribbelt de heersende cultuur nog tegen.”
Dat de modewereld Ester Manas omarmt, werd afgelopen februari nog maar eens duidelijk. Het Franse luxeconcern LVMH, eigenaar van grote modehuizen als Louis Vuitton, Fendi en Dior, zette het ontwerpersduo op de shortlist van de prestigieuze LVMH Prize. Tot een finaleplaats kwam het helaas niet. Hadden ze het daar moeilijk mee? Balthazar: “Niet echt, onze verwachtingen waren van bij het begin vrij laag. Van de 20 ontwerpers op de lijst waren wij de jongsten, met ook nog eens het jongste label. We wisten dat we het niet tot de finale zouden schoppen, maar hebben er ongelooflijk hard van genoten. Drie dagen waarin je je als opkomend label kunt profileren, dát was onze hoofdprijs. We hebben zoveel boeiende mensen ontmoet.” Ester: “Zoals Gigi Hadid! Pre-baby.” (lacht)
Wie heeft de grootste?
Daar sta je als kersvers label, met de wereld aan je voeten en een telefoonboekje vol waardevolle contacten. En dan slaat Covid-19 toe. Welke impact heeft de coronacrisis op een merk in volle groei? Is dat niet zo’n beetje de doodsteek? Balthazar: “Het is vooral jammer dat we onze kansen na het LVMH-verhaal niet optimaal konden benutten. Veel buyers toonden aanvankelijk interesse, maar door corona stelde iedereen zich een stuk voorzichtiger op. We verloren een aantal verkooppunten die we net dankzij de LVMH Prize hadden gewonnen.” Ester: “Wat de crisis precies betekent voor de verkoop en het verdere verloop van onze collecties, moeten we nog afwachten. Dat we maar met z’n tweeën zijn, zonder een heel team dat aangestuurd én betaald moet worden, werkt natuurlijk in ons voordeel.” Balthazar: “Bovendien werk ik nog als freelance grafisch vormgever en is Ester deeltijds aan de slag als kostuumontwerpster bij Rosas (het dansgezelschap van Anne Teresa De Keersmaeker, red.). Dat is onze back-up.” Ester: “Ik weet niet of ik het zo mag stellen, maar eigenlijk kwam de lockdown net op het juiste moment, als een soort van geschenk … Oké, dat klinkt fout. Wat ik bedoel: Balthazar en ik konden weer even ademhalen en rustig de tijd nemen om te ontwerpen. Onze handtassenlijn die vandaag op tafel ligt, is daarvan het mooiste resultaat.”
Op het moment van dit interview zijn Ester en Balthazar druk in de weer met de voorbereidingen van hun eerste Paris Fashion Week. Ze maken een video die live gestreamd kan worden, zoals de meeste modenamen dit seizoen doen. Als ik hen vraag of ze teleurgesteld zijn dat het een digitale show wordt, haalt Balthazar zijn schouders op. “Deze oplossing is de beste voor ons. Als je nu een grotere show wil houden, moet je veel te veel regels volgen. Ons label is te klein om dat allemaal georganiseerd te krijgen. We geloven trouwens sterk in een digitale presentatie en distributie. Printemps.com is een van onze grootste verdelers. Al blijft het menselijke aspect ook superbelangrijk, zeker met de boodschap die wij willen uitdragen. Daarom zullen we ter plekke ook een intieme presentatie geven voor een handvol buyers en pers.” Ester: “We proberen het positief te zien: we kunnen meedoen met de groten! (lacht) De laatste jaren waren catwalkshows vooral een manier voor big brands om elkaar de loef af te steken. Het draaide nauwelijks nog om de kleren, wel om wie de grootste heeft.” Balthazar: “Dit seizoen maakt het niet uit of je een ruim budget hebt of niet. Je komt er ook met een sterk concept en digitale skills. Het speelterrein van de mode ligt weer open, en wij zijn er helemaal klaar voor.”