Modeontwerpster Eva-Maria Bogaert maakt haar collecties volledig zelf in haar atelier. Alles over het Belgische merk met een mode- én milieubewust verhaal.
Hoe en wanneer is jouw merk ontstaan?
Eva-Maria Bogaert: “In mei 2018 heb ik ‘EvaMaria‘ opgestart. Ik maakte al kleding voor mijn dochter, gaandeweg ben ik dan ook voor mezelf beginnen ontwerpen. Mijn creaties kregen heel veel positieve reacties. Dan heb ik in mijn woonkamer mijn collectie gepresenteerd enkel voor vrienden, familie en kennissen. Alles was die avond uitverkocht. Daarna heb ik in Brugge een pop-up geopend. Na deze try-outs had ik genoeg zelfzekerheid om er volledig voor te gaan. Ik heb nooit mode gestudeerd, daarom mislukken er ook veel creaties. Ik zit uren te prullen voor iets lukt. Het is echt trial and error. Mijn patronen zijn eenvoudig, de stoffen maken het speciaal.”
Hoe zou je de stijl van je collecties omschrijven?
E.M.B: “Fun, draagbaar, duurzaam, zeer vrouwelijk en vooral vol van goesting. Goesting naar schoonheid.”
Wat maakt jouw collecties zo exclusief?
E.M.B: “Het is exclusief in die zin dat het vaak pièces uniques zijn. Als ik stoffen aankoop zijn dat meestal restjes of coupons van designerstoffen. Die zijn duurder en exclusiever. Mijn trouvailles zijn heel krap de meter. Afhankelijk van het aantal meters stof kan ik twee stukken maken. Als ik nog een klein beetje over heb dan maak ik er een topje, totebag of scrunchie van. Ik probeer zo circulair mogelijk te werken. Ik maak ook heel kleine collecties, meestal rond de 20 stuks. Na de fotoshoot blijf ik creëren en maak ik nog tien stuks. Die gaan dan mee in de volgende collectie. Die tussenfase maakt me vrijer en dan kan ik meer experimenteren. Kunstenaars zijn nooit klaar met creëren. Soms moet je afscheid kunnen nemen om aan iets nieuw te kunnen beginnen.”
Je werkt alleen met deadstockstoffen, zijn er nog manieren waarop je aan het milieu denkt?
E.M.B: “Als ik zelf kleding wil beschilderen, dan gebruik ik biologisch textiel. Ik koop vaak canvas waar ik dan op schilder, kleur of behandel met natuurlijke kleurstoffen. Enkele voorbeelden daarvan zijn de legging met de tuin van Monet, de hoodies met verfspatten of de trui met ‘I’m still alive’ op. Ik vind het jammer dat mensen eerst kijken of iets duurzaam is en dan zien wat ze mooi vinden. Het zou een evidentie moeten zijn dat kleding duurzaam is. De klemtoon ligt op mode. Het is in de eerste plaats mode en de manier waarop ik het maak, maakt het duurzaam. ”
Welk gevoel wil je dat jouw collecties uitstralen?
E.M.B: “Ik wil dat vrouwen zich op en top zichzelf en vrouwelijk voelen. Mijn klanten zijn mensen die graag het verschil maken en dat uiten door mijn collectie te dragen. Ik wil dat mensen mijn stukken bewust aankopen.’
Wil je dan ook mensen aanmoedigen om duurzamer te consumeren?
E.M.B: “Ja, daarom maak ik tutorials op Instagram. Zo zien mensen dat er meer dan één manier is om een kledingstuk te dragen. Ik probeer mensen bewust te maken dat ze met één stuk heel lang kunnen doen. Doordat de kwaliteit zo goed is kan je de kleding doorgeven aan volgende generaties. Je verzamelt het stuk, verzorgt het en geeft het liefde.”
Mensen willen weten wie hun kleding maakt en waar ze het maken
Je bent ook beeldend kunstenaar, bekijk je mode als een kunstvorm?
E.M.B: “Ik werk heel organisch, ik laat me inspireren door dingen die op mijn pad komen. Soms inspireert een stof mij en werk ik van daar uit. Mijn stoffen en ontwerpen leg ik voor me op de grond en zo zie ik wat bij elkaar past. Elk silhouet wordt verzorgd van boven tot onder. Het totaalplaatje moet kloppen. De kleur roos kan bijna nooit ontbreken.”
Zijn vrouwen jouw muzes tijdens het ontwerpen?
E.M.B: “Ja absoluut. Mijn vriendinnen hebben heel uiteenlopende maten, wat ik fantastisch vind. Ik wil vrouwen inspireren om zichzelf te zijn. Elke vrouw heeft onzekerheden en toch doen we ons best om van onszelf te houden. Die kracht daagt mij uit.”
Vollere vrouwen zijn even hard bezig met mode, toch zijn er nog heel weinig leuke opties voor hen
Je werkt niet met maten, hoe kan dat?
E.M.B: “Ik ga er vanuit dat iedereen een taille heeft. Ik maak de kledingstukken aanpasbaar met een touwtje, strik of riem. Rietsen en knopen vermijd ik omdat die niet duurzaam zijn en niet altijd passen bij mijn zachte materialen. Ik probeer mijn kleren toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk vrouwen. Vrouwen moeten vrij kunnen bewegen, daarom houd ik van losse silhouetten. Je kan pas jezelf zijn als je vrij kan bewegen.”
Heb je dan ook klanten met verschillende maten?
E.M.B: “Veel mensen zijn verrast als ze in mijn kleding passen én er goed mee staan. Vrouwen grijpen naar zwart omdat dat zogezegd afslankt en durven daardoor geen prints te dragen. Ik probeer ze nieuwe dingen te laten proberen. De volgende keer zullen ze dan sneller naar die opvallende rok grijpen. Vollere vrouwen zijn even hard bezig met mode, toch zijn er nog heel weinig leuke opties voor hen.”
Help je je klanten met de styling?
E.M.B: “Ja dat vind ik geweldig. Door corona ben ik via Instagram beginnen stylen. Dat was tegelijk ook een creatieve manier om mijn nieuwe collectie voor te stellen. Die stylingfilmpjes worden ook gebruikt door de pop-ups of winkels die mijn kleding verkopen. Sommige klanten vragen zelfs om de tutorial door te sturen zodat ze thuis aan hun styling kunnen werken. Mijn mama heeft ook al model gestaan. Zo kan ik aantonen dat ‘one size fits all’ niet alleen voor magere mensen is.”
Wat is je favoriete stuk uit de laatste collectie?
E.M.B: “De Griekse godin kleedjes vind ik heel tof omdat ze vrijheid uitstralen. Ze hebben ook een hoge taille, dus kunnen ze door iedereen gedragen worden.”
Denk je dat ambachtelijke vakmanschap terug gaat keren?
E.M.B: “Ja ik denk dat de drang naar authenticiteit groeit. Mensen willen weten wie hun kleding maakt en waar ze het maken. Mijn passie voor mode is zichtbaar in mijn collecties.
Hoe ziet de toekomst van Eva Maria eruit?
E.M.B: “Voor corona gaf ik workshops in Oostende voor anderstalige nieuwkomers en oudere vrouwen die eenzaam zijn. Ik kan zo veel leren van hen. Het is daarom mijn droom om een klein atelier te hebben waar ik samenwerk met Syrische vluchtelingen. Als ontwerper wordt je soms ook eenzaam.”
(Stagiaire Amber Lacasse)