Ik hield erg veel van Monique. Dat is alles wat ik tegen de politie kon zeggen toen ik werd ondervraagd: “Ik hield heel veel van Monique.” Dat klinkt als de woorden van een schuldige, maar ik zweer dat ik niets heb gedaan. Ik ben niet verantwoordelijk voor haar dood, noch voor de gevoelens die ze voor mij had, waardoor ze mij een deel van haar bezit naliet. Toch is dit waar ik van beschuldigd werd…
Ik waande me in een aflevering van ‘Criminal Justice’ en zag mezelf al wegrotten in de gevangenis
Ik woonde bijna twee jaar samen met Monique toen ze stierf…
Ik was een Belgische student in Parijs, de huurprijzen waren onbetaalbaar en daarom was het delen van een flat met senioren in de mode. Na een soort sollicitatiegesprek koos Monique mij uit 15 andere mensen om een flat van 90 vierkante meter met haar te delen. We hadden elk onze eigen kamer en badkamer. De keuken en de woonkamer waren gemeenschappelijke ruimtes. Ik moest ervoor zorgen dat ik de boodschappen deed, haar hielp met het huishouden, ervoor zorgde dat ze haar ochtend- en avondmedicatie innam en dat ze op ongeveer dezelfde tijd naar bed ging en wakker werd.
Op haar 83ste was Monique aardig en grappig, maar ook erg moe.
Als ik haar niet wakker maakte, kon ze uitslapen tot 14 uur en dan midden in de nacht naar bed gaan. Er was niets beperkends aan deze verantwoordelijkheid, Monique was blij en zei dat ik haar klok was. Een van de voorwaarden van het flat-sharingcontract was dat ik niet langer dan 48 uur achtereen weg mocht zijn en geen mensen na 22 uur thuis mocht ontvangen. Haar angst was dat ze zou vallen en alleen zou sterven. Om te sterven en pas dagen later ontdekt te worden. Ze sprak me er vaak lachend op aan. Ze nam me veel in vertrouwen, vertelde me over haar jeugd, vergeleek die met de mijne, zonder oordeel. Soms was ze verdrietig dat ze haar zoon en kleinkinderen nooit zag. Ze zei dat hij met een kreng was getrouwd die hem dom had gemaakt. Ze hield zielsveel van haar zoon en ik weet niet wat er gebeurd is waardoor hij besloot zijn moeder te verwaarlozen. Ze had ook een paar nichtjes en neefjes die we nooit zagen, zelfs niet op foto’s. Maar zij waren degenen die mij beschuldigden van de moord op Monique.
Op een ochtend probeerde ik haar wakker te maken en ze antwoordde niet…
Ik voelde koude rillingen over mijn hele lichaam, ik begreep het al voordat ik de deur opendeed en dat gezicht ontdekte dat ik nooit zal vergeten. Het was alsof Monique in één nacht 100 jaar ouder was geworden, alsof ze heel klein en verschrompeld was in dat grote bed. Ik was erg bang, ik schreeuwde in de gang. Buren kwamen, belden de brandweer. Monique was dood, om geen andere reden dan de effecten van de leeftijd op haar lichaam. Ik ging die avond mijn spullen ophalen bij Monique thuis en vond een onderkomen bij een vriend om de drie weken lessen die nog over waren af te maken. Ik kon me zelfs niet voorstellen om een nacht alleen in het appartement door te brengen.
Monique werd een paar dagen later begraven
Dat was de eerste en enige keer dat ik haar zoon en neven zag. De vrouw van haar zoon vroeg me of ik iets uit de flat had meegenomen, waarna ze mijn oorbel pakte om ernaar te kijken alsof ze hem herkende. Ze vroeg me waar het porseleinen koffieservies was. Buren hadden hen verteld dat ik binnen en buiten was geweest met enkele vrienden de nacht dat Monique stierf en ze was er zeker van dat ik dingen had meegenomen. Ik reageerde nogal slecht, ik voelde me meteen beschuldigd en liet me meeslepen terwijl ik haar gewoon had moeten aankijken alsof ze gek was. Daar kreeg ik later de schuld van. Iemand vertelde de politie dat ik de familie verbaal mishandelde op de begrafenis. Want ja, de politie werd erbij betrokken…
Ongeveer vier maanden na de dood van Monique opende de notaris haar testament…
Ze schonk mij verschillende waardevolle kunstwerken, 100.000 euro en haar verlovingsring. De familie diende onmiddellijk een klacht tegen mij in wegens misbruik van de zwakke toestand van personen. Als ze dat hadden gekund, hadden ze me van moord beschuldigd, maar die beschuldiging werd niet weerhouden.
Ik was teruggekeerd naar België waar ik begon te werken en ik kreeg een oproep om me te melden op het plaatselijke politiebureau. Daar werd mij verteld dat iemand in Frankrijk mij ervan beschuldigde misbruik te hebben gemaakt van de hoge leeftijd van een dame om haar een testament te laten schrijven ten gunste van mij. Dat ik haar waarschijnlijk haar medicijnen had ontnomen of had gedrogeerd om haar langzaam te doden. Niets van dit alles hield steek. Ten eerste omdat de rest van Monique’s bezittingen en activa aanzienlijk waren (inclusief de flat waarin wij beiden woonden), en ten tweede omdat ze allemaal naar haar zoon gingen. Het is niet alsof Monique me alles heeft nagelaten. Ze had me een paar kunstwerken nagelaten die in totaal ongeveer tienduizend euro waard moeten zijn geweest, geld om me een flinke voorsprong te geven in het leven en een sieraad dat verwees naar onze lange gesprekken over de liefde.
Je kan niet zeggen dat de familie zich beroofd of onteigend voelde. En toch gebeurde net dat.
Alleen de zoon erfde en de neven hadden niets. Zij hadden de leiding. Gelukkig had Monique me niet meer nagelaten, want het had erger kunnen zijn. Eerst legde ik mijn verklaring af in België, daarna moest ik weken wachten voordat ik te horen kreeg dat ik in Frankrijk niet vervolgd zou worden. De Belgische politieman die mijn ‘zaak’ volgde was fantastisch, hij stelde me meteen gerust dat ik niet het profiel had van een oude vergiftiger (de familie had om een autopsie op Monique gevraagd, maar die werd geweigerd), maar toch was ik erg bang.
Ik waande me in een aflevering van ‘Criminal Justice’, ik zag mezelf wegrotten in de gevangenis, slachtoffer van een gerechtelijke fout
Het kostte me vele maanden om er overheen te komen. Ik heb Monique’s kunstwerken bewaard, ik draag haar ring en met haar geld heb ik een klein atelier aan zee gekocht. Ik heb er een foto van ons tweeën in gehangen. Ik weet zeker dat ze mijn beschermengel is en over me waakt, waar ze ook is. Jammer dat haar zoon ervoor koos om dit allemaal te missen.
MEER VERHAAL