Sinds het begin van de jaren 2000 zien we meer plussize modellen opduiken op de catwalks. Lang hebben graatmagere silhouetten de toon gezet, zeker op de luxe-defilés, maar nu zorgen curves voor een nieuw modebeeld.
Sinds kort vragen retailers naar modellen op basis van hun persoonlijkheid , ongeacht hun maten. – Deborah Dauchot
Volgens cijfers van het Franse Instituut voor Textiel en Kleding uit een meetcampagne met 3D-lichaamsscanners zijn de Franse vrouwen in een eeuw tijd acht centimeter groter geworden en is maat 40 de meest courante kledingmaat voor ongeveer 20% van de vrouwen en maat 42 voor circa 17%. Maat 44 en groter zou gedragen worden door 40% van de vrouwen en maatje 36 door amper… 5%. De Verenigde Staten en Duitsland voerden eigen studies uit en stelden over het algemeen hetzelfde vast: mensen lijken langer en gezetter te worden. Toch blijft slank de regel in het modebeeld. Wat onder meer als reden wordt aangehaald, is dat de kleinere maatjes sneller aangekleed zouden zijn met standaard prototypes wanneer het tempo hoog ligt achter de schermen van een defilé. Sinds enkele seizoenen is echter een getrouwere weergave van de realiteit van de bevolking in opmars, via modellen waarin we – eindelijk – ook andere soorten lichaamsbouw herkennen.
Van ‘plussize’ naar ‘curve’
Deborah Dauchot is verantwoordelijk voor het board ‘curve’ bij het Belgische modellenbureau Dominique. Misschien kwam je haar gezicht al eens tegen in ons magazine, want in mei 2012 pleitte ze als model al voor de waarde van rondingen. Nu is ze booker en omschrijft ze het begin van de ‘curve’-typologie als volgt: “Die begint waar het mainboard (hoofdpanel van modellen) stopt. Voor de heupen begint dat bij 97-98 centimeter, ongeveer maat 38. Een plafond is er niet echt, behalve misschien de representativiteit van de bevolking of de gehanteerde maten van de merken die een campagne of shooting organiseren.”
Van 2008 tot 2018 werkte Deborah als curvemodel, vooral veel in Duitsland en uiteindelijk maar weinig in België. Met een diploma HR op zak begon ze haar carrière in een commerciële functie. Daarnaast stond ze twee jaar onder contract als ‘standaard’ model bij het Belgische agentschap New Models. “Mijn gewicht jojode echter voortdurend, ik kreeg het maar niet constant. Op een verjaardagsfeestje ontmoette ik een booker van Dominique die een ‘curve’-afdeling wilde lanceren. Ik aarzelde, maar besloot het een kans te geven. In die tijd hing daar weinig glamour rond, maar ik wilde reizen en de kost verdienen met iets anders dan een nine-to-five job. In Duitsland had je een bureau dat gespecialiseerd was in curvemodellen. Ik schreef me in en ongeveer tien jaar lang was dat mijn hoofdactiviteit.” Met de jaren ging Deborah zich meer op de productie richten. Ze werkte samen met de Belgische evenementenorganisator Villa Eugénie en aan campagnes voor het merk Levis. “Ik deed voor hen de casting. Hun inclusieve aanpak beviel me wel, het feit dat ze modellen selecteren met een sterke persoonlijkheid.” Ze volgt de ontwikkeling van de sector – die al niet meer echt een niche is – al van in het begin en denkt dat de bewustwording voor ‘sexy curvy’ in Europa is overgewaaid uit het Verenigd Koninkrijk. “We zagen hoe jonge meisjes met ronde vormen zichzelf trots lieten zien, wat wellicht ook een tikje therapeutisch was. De markt hoefde alleen maar te volgen. Ook corona heeft een rol gespeeld, met een terugkeer naar de essentie en comfort.”
Het nieuwe normaal
“In de Angelsaksische landen verschenen voor het eerst jonge modellen met ronde vormen, en niet alleen in catalogi voor rijpere vrouwen. In 2015 en 2016 zagen we achttienjarige meisjes in coole plaatjes opduiken. Geleidelijk gingen ook anderen zich aanmelden bij een bureau, want ze zagen hoe de sector in beweging kwam. En dat in combinatie met de opkomst van Instagram.” Carine Caillieret, oprichtster van het modellenbureau IMM Bruxelles en zelf ex-model, lanceerde drie jaar geleden met haar team het board ‘More2Love’. “Vooral in de afgelopen twee seizoenen zien we een piek in de aanvragen. Vandaag zal bijna geen enkel merk het profiel van ronde meisjes links laten liggen, want zij worden nu de normaliteit, met ook binnen deze types de nodige diversiteit. Het gaat echter nog niet zo snel als we zouden willen, we vinden maar moeilijk kandidaten in België. In Londen, de VS en Duitsland zijn ze al lang voor ons begonnen en is de markt al veel meer ontwikkeld. We beginnen wel kandidaten te krijgen, maar vaak in maat 38-40, wat nog niet erg ‘curvy’ is. De boodschap moet nog doordringen, zodat die vrouwen stoppen met zichzelf rond te vinden.”
Valentino, Dior en Dolce & Gabbana pakten als eersten uit met ronde meisjes op hun catwalk. – Carine Caillieret
Deborah verduidelijkt dat haar board meerdere markten bestrijkt: 38-40 of 42-44, daar vallen verschillende consumenten onder. Er zijn evenveel rondingen als er vrouwen zijn, hoe selecteer je dan representatieve modellen? “In feite hangt het af van ons contract met het merk, van het lichaam en de gezonde uitstraling, dus niet per se van een platte buik.” De modellen bij haar bureau zijn tussen 19 en 37 jaar oud, niet té jeugdig dus. “Dat is in tegenstelling tot de defilés met extreem jonge meisjes die nog niet eens volgroeid zijn.” De bureaus hebben rondingen nodig, want die vertegenwoordigen de markt waarop hun nieuwe afdelingen zich positioneren.
The girl next door
Vlak voor de lockdown werd Deborah gecontacteerd door Odile Farber, manager van modellenbureau Dominique, om het toenmalige ‘Plus Size’-board te ontwikkelen. Ze veranderde de naam meteen in ‘Curve’: “Dat betekent alles, en het betekent niets, dat vind ik leuk. Het is vaag, het is zacht, rondingen zitten waar ze willen.” Deborah telt ongeveer 80 modellen in haar panel. Net als bij de andere afdelingen van het agentschap is amper een kwart van die modellen Belgisch. Een aandeel dat ze onder meer verklaart door het feit dat ons landje zo klein is, vergeleken met Frankrijk of Duitsland. “Er spelen diverse factoren mee. Het is ook een kwestie van morfologische profielen, je lichaamsbouw kan verschillen afhankelijk van je oorsprong, daarom nemen we ook modellen op van andere internationale agentschappen. Ook het scouten (casten op straat) van lange meisjes met een uitgesproken taille en ronde billen is soms lastig.”
Dat curvy castings in België zo moeilijk zijn, komt volgens Carine Caillieret ook doordat mensen vaak te verlegen zijn om de sprong te wagen. “Dat speelt nog duidelijker bij mannen, terwijl ook daar vraag naar is.” De activiteit van deze modellen evolueert voortdurend, los van hun persoonlijke look. Deborah Dauchot legt uit: “Vroeger maakten ze vooral foto’s voor catalogi, maar tegenwoordig hechten veel jonge merken meer waarde aan diversiteit, ze zoeken natuurlijke schoonheden. Sinds kort vragen retailers naar modellen op basis van hun persoonlijkheid, ongeacht hun maten. Curvemodellen worden nu ook geboekt voor beautycampagnes, omdat ze er goed uitzien, om de uitstraling van hun gezicht. De mode is anders gaan kijken naar curvemodellen, vooral dankzij Instagram, dat ronde vormen weer verleidingskracht heeft gegeven. Vrouwen durven zich te uiten, als tegenwicht voor een lange geschiedenis van defilés waarin we niets dan overgewaardeerde slankheid te zien kregen.” De industrie staat steeds meer open voor de girl next door en investeert meer in persoonlijkheden. Bureaus werven profielen aan met een verhaal, een uniek karakter.
Curve washing
Volgens Deborah is er soms sprake van ‘curve washing’. “Dat wil zeggen dat steeds dezelfde twee of drie ‘ronde’ modellen – maar uiteindelijk niet zó rond – alle defilés doen, in hun eentje tussen de gebruikelijke modellen. Momenteel zijn ronde meisjes nog niet erg talrijk aanwezig op de catwalks, en ook niet in magazines. Zolang het moeilijker is om curvemodellen op te voeren en ze nog niet vanzelfsprekend worden opgenomen in een selectie, is er nog een lange weg te gaan. Bureaus beginnen stilaan wel boards te mixen, en hoe meer dat een reflex zal worden, hoe meer vooruitgang we zullen boeken. In magazines zie je maar zelden curvemodellen. Ze zijn nog te weinig aanwezig in shootings omdat men nog altijd terughoudend is om ze te boeken wanneer dat niet specifiek het thema van een artikel is. In tien jaar tijd is de situatie wel geëvolueerd, maar in Europa langzamer dan in de Verenigde Staten en Engeland. Daar ligt het anders en is de aanpak inclusiever, sneller. In Londen bijvoorbeeld wordt een cultuur van ‘clash’ en verschillen veel meer gewaardeerd. Hier zijn we voorzichtiger, meer doorsnee.” Ester Manas, die samen met haar partner Balthazar Delepierre het gelijknamige ultrasexy en inclusieve merk oprichtte, creëert collecties in one size of toch bijna, voor schoonheid in elke mogelijke lichaamsbouw. Ze studeerde af aan La Cambre en is met haar merk de volgende gastontwerper voor een samenwerking met AZ Factory, in de winkels verkrijgbaar vanaf november. Ester cast voornamelijk curvemodellen voor haar campagnes en defilés. Ook zij stelt het vast: “Op de catwalks is het soms nog niet heel natuurlijk. Hoe dan ook, of de merken nu overtuigd zijn of niet, ze hebben niet echt meer de keuze als ze geloofwaardig willen blijven overkomen in hun visie op de wereld. Ik ben wel blij met de ontwerpen, ook al voelt het soms nog een beetje als een verplicht nummer. Zeker omdat je het artikel na de show vaak niet eens in de winkel vindt. Dat noem ik de ‘curve washing’-dimensie: een silhouet op maat maken voor de show, maar vervolgens die maat niet produceren. Dat is teleurstellend voor de consument.”
Merken hebben geen keuze meer als ze geloofwaardig willen overkomen in hun visie op de wereld. – Ester Manas
Groeiend zelfvertrouwen
Het excuus van sommige merken dat er niet genoeg variatie zou zijn in de profielen gaat niet langer op, zeker omdat tegelijkertijd de diversiteit in het aanbod van de bureaus alleen maar toeneemt. “Steeds meer meisjes krijgen immers zelfvertrouwen. Van het ene seizoen op het andere is het aanbod voor onze modeshows verdubbeld. Eindelijk krijgen deze modellen een podium.” Ester Manas verwijst naar de laatste ‘Miss Vogue’- modellenwedstrijd, waar “twee op de vier geselecteerde profielen een curvemaat vertegenwoordigden, mét uitzonderlijke persoonlijkheden.” De belangrijkste markt voor het Belgische merk? Amerika, zowel Noord als Zuid, met een overwicht in de Verenigde Staten: “Wellicht om koopkrachtredenen. Onze best presterende verkooppunten zitten in Los Angeles, Miami, New York, Boston, Texas en Canada, via SSENSE, een van de grootste platforms voor luxe wereldwijd. We versturen 70% van onze productie naar de VS. De rest verkopen we vooral in Frankrijk en Engeland, in Noord-Europa en sinds kort ook in België. En dat aandeel neemt nog toe.”
Ester Manas is nog maar twee seizoenen aanwezig op de catwalk en heeft al vrij uitgebreide boards in haar modellenaanbod om uiteenlopende silhouetten te vertegenwoordigen. Terwijl de meisjes zich doorgaans heel snel omkleden na afloop van hun shows, houden ze hier hun kleding aan. “Voor de fun. En dat is een goed teken.” De volgende evolutie? Deborah Dauchot is bezig met het samenstellen van een board dat beantwoordt aan haar inspirerende ambities, “We willen loskomen uit een context waarin curvemodellen nog te vaak als excuus fungeren.” Inmiddels krijgt ze veel verzoeken van klanten die op zoek zijn naar gevarieerde profielen. “Alle soorten lichamen, looks, gemengde roots, voorkomens en uiterlijken. Maar die toenemende vraag is vooral voor catalogi en e-commerce.” Volgens Carine Caillieret zijn de modellen van More2Love minder vertegenwoordigd op de defilés, daar moet nog een drempel genomen worden. Onder de klanten die vragen naar modellen met maat 44 noemt de directeur van het bureau grote namen, zoals H&M, Mango, Inditex (Zara, Bershka, Pull&Bear …) of Zalando, maar ook kleine nichemerken en commerciëlere modehuizen. Met andere woorden: iedereen zet de stap. “Valentino, Dior, Dolce & Gabbana, die als eersten uitpakten met ronde meisjes op hun catwalk, inspireerden de anderen.” Volgens Carine groeit de markt en wordt de mentaliteit steeds opener. “Daarom is het belangrijk om aan meisjes die dromen van een carrière als model maar denken dat dat voor hen niet is weggelegd, te zeggen dat het wél kan.” De volgende stap? Ze lacht: “Digitale modellen, van die avatars die opschudding veroorzaken op de catwalks en bij de modellen …”